Beeldspraak

Metoniemen/metonymia

In blok 1 hebben we geleerd dat een vergelijking en een metafoor vormen van beeldspraak zijn. Dit blok leren we nog een vorm van beeldspraak, namelijk een metoniem (ook wel metonymia genoemd). Bij een metoniem noem je een kenmerk of eigenschap van het object. Er zijn verschillende manier om dit te doen:

Je noemt een deel van het geheel:
Bijvoorbeeld: Gelukkig heb ik een dak boven mijn hoofd.

Je noemt het deel in plaats van het geheel:
Bijvoorbeeld: Katwijk is in rep en roer.

Je noemt het voorwerp maar bedoelt de inhoud:
Bijvoorbeeld: Ik lust nog wel een glaasje.

Je noemt een kenmerk of eigenschap van de persoon:
Bijvoorbeeld: Die rooie kan goed basketballen.

Je noemt de maker van het object:
Bijvoorbeeld: In het museum hangt een Rembrandt.