Het is gebruikelijk om de volgende getallen in lopende tekst als woord te schrijven:
getallen tot twintig: twee, negen, zeventien, achtste, de negentiende eeuw;
tientallen tot honderd: twintig, vijftig, tachtigste;
honderdtallen tot duizend: driehonderd, negenhonderd;
duizendtallen tot en met twaalfduizend: zesduizend, tienduizendste;
de woorden miljoen, miljard, biljoen, enz.: vier miljoen, zeven miljardste.
In cijfers
In de volgende gevallen worden getallen in cijfers weergegeven:
Getallen die niet binnen een van de onder ‘In letters’ genoemde categorieën vallen: 52, 365, de 21e/21ste eeuw.
Exacte waarden, zoals maten, temperaturen, gewichten en jaartallen: ‘In de bebouwde kom is de maximumsnelheid 50 km/u’, ‘Morgen wordt het 14 ºC’, ‘Een hotelovernachting kost € 100,- (of: 100 euro) per persoon.’
Ook bij het nummeren van de onderdelen van een groter geheel, of van een reeks, verdienen cijfers de voorkeur: ‘hoofdstuk 1’, ‘paragraaf 3.4’, ‘optie 1 en optie 2’, ‘deel 1t/m 7’, ‘klas 5’, ‘groep 6’.
Cijfers hebben de voorkeur als er anders een rare mix van woorden en cijfers zou ontstaan. Dus niet: ‘Van de 45 deelnemers zijn er zeventien gezakt en 28 geslaagd’, maar liever: ‘Van de 45 deelnemers zijn er 17 gezakt en 28 geslaagd.’
Bij de weergave van percentages wordt eerder voor cijfers gekozen: 50% van de Nederlanders, 15 procent. Als in een tekst maar een enkel percentage voorkomt, kan het geheel ook in woorden worden opgeschreven: twintig procent.
Hoe schrijf je getallen voluit?
Hele getallen in woorden worden aan elkaar geschreven, met de volgende uitzonderingen:
17.053.980: zeventien miljoen drieënvijftigduizend negenhonderdtachtig
In grote, (afge)ronde getallen met miljoen, miljard, etc. kunnen cijfers en letters gecombineerd worden. Bij getallen met duizend is dit ook mogelijk, maar wel iets minder gebruikelijk:
440.000.000.000: een staatsschuld van 440 miljard euro
Rangtelwoorden
Rangtelwoorden worden volgens dezelfde principes geschreven:
108e: honderdachtste, honderdenachtste
2016e: tweeduizend zestiende, tweeduizend en zestiende
17.000.000e: zeventien miljoenste
Breuken
De teller en de noemer van een breuk worden los van elkaar geschreven:
1/3: een derde
2/5: twee vijfde(n)
27/100: zevenentwintig honderdste(n)
3 5/8: drie (en) vijf achtste(n)
De enige uitzondering is driekwart: dit wordt als één woord geschreven. Het synoniem drie vierde is wel met een spatie, net als de voorbeelden hierboven.
Getallen met half
Een getal met half is één woord als het eindigt op 'enhalf', zonder een. Als het op 'en een half' eindigt, worden die woorden los geschreven:
2½: tweeënhalf, twee en een half
5½: vijfenhalf, vijf en een half
De samenstelling tweederdemeerderheid wordt in één woord geschreven.
Voor die wetswijziging is een tweederdemeerderheid nodig.