Veel mensen hebben een probleem met het schrijven van een goed betoog. Wat is een betoog eigenlijk? Het draait allemaal om structuur aanbrengen in je tekst en je aan je hoofddoel houden.
Voordat je begint met schrijven is het erg handig als je een bouwplan maakt. Een bouwplan is in principe het skelet van een betoog. In een bouwplan geef je eerst aan wat je per alinea wilt bespreken.
Voorbeeld van een bouwplan:
Het bouwplan verschil per tekst, omdat je je bouwplan aanpast aan je onderwerp en aan de hoeveelheid argumenten en dergelijke. Nadat je een bouwplan als hierboven hebt gemaakt kun je de onderwerpen waar je het over gaat hebben aan het bouwplan toevoegen.
Voorbeeld opbouw betoog:
Inleiding:
Bla, bla, bla, stelling
Middenstuk:
Stelling, want bla bla bla
Stelling, want bla bla bla
Stelling, want bla bla bla
Sommigen vinden dat ‘stelling’ niet klopt, omdat bla bla bla, maar bla bla bla
Sommigen vinden dat ‘stelling’ niet klopt, omdat bla bla bla, maar bla bla bla
Slot:
Samenvattend bla bla bla, dus stelling.
Er zijn veel manieren waarop je argumenten kunt geven. Hier zijn er een paar:
Het slot is een belangrijk deel van je betoog. Hierin worden de belangrijkste argumenten nog een keer op een rijtje gezet en geef je nog eens duidelijk aan wat je mening is over het onderwerp.
Concentreer je het hele betoog op het feit dat je de lezer wilt overtuigen. Dit is je hoofddoel bij een betoog, dus probeer hier zo weinig mogelijk vanaf te wijken.
Voorbeeld betoog
(Inleiding)
Elke ochtend keert het terug: boterhammen smeren. De tafel staat vol met potjes en pakjes broodbeleg. Voor mij is dat allemaal niet nodig. Eén potje volstaat: pindakaas. Dat is het allerbeste broodbeleg dat er is!
(Middenstuk (argumenten voor))
Weet je waarom pindakaas nummer één is? Allereerst is het natuurlijk heerlijk smeerbaar. In de haast van de ochtend is snel broodbeleg natuurlijk een enorme pré. Vergelijk je tijdwinst eens met een boterham met zelfgeschaafde plakjes kaas, dat is gigantisch!
Ten tweede smaakt pindakaas natuurlijk heel lekker. De romige structuur, de kleine stukjes pinda, het zout en het zoet tegelijkertijd, het is zo’n veelzijdige smaak!
Ten derde is pindakaas ook nog eens gezond, er zitten goede vetten in die je lichaam goed kan gebruiken.
Een vierde punt, zeker in deze tijden van economische tegenspoed, is natuurlijk de prijs van dit product. De bruine smurrie (‘übersmurrie’ volgens sommigen) is heel goedkoop vergeleken met kaas- of vleesbeleg.
(argumenten tegen met weerlegging)
Er zijn mensen die niet van pindakaas houden. Ze zeggen dat je na een boterham met pindakaas stinkt. Dat is natuurlijk een onzinargument. Je gaat toch niet vlak bij iemands mond zitten als hij of zij zit te eten? Natuurlijk ruik je dan pindakaas, maar je ruikt het net zo hard als iemand salami eet, of vis, of broodje bal.
Ook hoor ik van sommigen dat ze altijd pindakaas maar saai vinden. Deze mensen weten niet dat je met pindakaas werkelijk alle kanten op kunt: beleg de pindakaas met suiker, of met hagelslag voor een zoete variant. Of besmeer het met sambal, lekker pittig! Extra smeuïg wordt je pindakaasboterham als je er eerst boter op smeert.
(argument voor ter afronding)
Argumenten tegen pindakaas zijn er dus eigenlijk niet. En het belangrijkste argument voor pindakaas heb ik nog niet eens genoemd: een boterham met pindakaas geeft langdurig energie af, zodat je er langere tijd tegenaan kunt.
(Slot)
Al met al zal het je wel duidelijk geworden zijn dat er werkelijk geen beter broodbeleg te bedenken is dan pindakaas. Eet smakelijk morgenochtend!