Uitleg

Welke leestekens hebben we ook alweer?

H ? ! . , : ""

 

Hoofdletter
Je gebruikt een hoofdletter aan het begin van elke zin. Ook gebruik je een hoofdletter bij namen, plaatsen en landen.

Komma

Tussen twee persoonsvormen

Als er twee persoonsvormen naast elkaar staan, komt daar een komma tussen.

• Omdat hij er niet was, gebeurde er weinig.

• Als jij niet belt, bel ik zelf wel even.

Bij heel korte zinnen hoeft het niet

• Wie dit leest is gek.

Voegwoord

Er komt vaak ook een komma als er midden in de zin een voegwoord staat. Bijvoorbeeld bij omdat, doordat, zoals, terwijl, aangezien, want en maar.

• Ik kan niet naar het feest, omdat ik dan op vakantie ben.

• Zij kon niet slapen, doordat haar broertje snurkte.

• Mijn vriendin heeft een 10 gehaald, terwijl ze niet geleerd had.

• Ik zou haar nog sms'en, maar dat is er niet van gekomen.

• Ik hou er nu over op, want dit heeft toch geen zin.

Opsomming

Na elk deel van een opsomming, maar meestal niet voor en.

• Hij was al op vakantie geweest naar Spanje, Frankrijk, Tsjechië en Duitsland.

• Ik vond dat meisje slim, sterk en aardig.

Aanspreking

Voor of na een aanspreking.

• Jim, kom je zo eten?

• Hou daarmee op, Esther!

• Luister, ik wil niet dat je me daarmee lastigvalt.

Dubbele punt

Een dubbele punt kan op verschillende manieren gebruikt worden.

Voor een opsomming

• Voor morgen staat op het programma: naar school, huiswerk maken en sporten.

Voor een direct citaat

Een direct citaat is een citaat met aanhalingstekens.

• Wannes zei: “We gaan straks weg.”

• Wannes zei:  ‘We gaan straks weg.’

Voor een verklaring of toelichting

• Ik ben er niet aan toegekomen: de gasten waren te laat weg.

• In het volgende zinsdeel staat een voorbeeld: dit is het voorbeeld.

Voor een conclusie

• Samengevat: het was een geweldig boek.

Voor een gedachte

• Ik dacht: dat lukt nooit!

Er komt geen spatie vóór een dubbele punt, wel erna.

Puntkomma in een zin

Een puntkomma is een leesteken midden in een zin. Er is een belangrijk verband tussen de delen voor en na de puntkomma, ook al zijn het vaak twee volwaardige zinnen en zou een punt ook gekund hebben. Een voorbeeld:

Uitroepteken
Het uitroepteken komt aan het eind van de zin als je iets roept of schreeuwt.Bijvoorbeeld: “Kijk uit erkomt een auto aan!”?

Punt
De punt komt aan het einde van de zin.

Aanhalingstekens
Aanhalingstekens komen als je gesproken tekst schrijft. Zoals: “Kijk uit!” riep de boze man.

Vraagteken
Het vraagteken komt aan het eind van de zin als je iets vraagt. Bijvoorbeeld: "Ben je moe?"