oefeningen

Oefening 1: Op welke twee manieren kun je de volgende zinnen opvatten?

a. De taxichauffeur zette zijn klant af.
b. Aantal asielzoekers Oranje bevroren.
c. Tennisclub wil geen eikels op de baan.
d. Speurtocht naar bevers in kano.
e. Ik zat al uren op de trein te wachten.
f. Jan zei tegen Piet dat hij 100 euro had verdiend.

Oefening 2:
De volgende zinnen hebben elk twee betekenissen. Neem de woordgroep die ambigu is over en zet de twee betekenissen erachter.

  1. Biologie, de studie van je leven!
  2. Met Andrélon is je haar verzirgd tot in de puntjes!
  3. Met uw inzet loopt ons transport op rolletjes.
  4. De steeds weigerende oude auto werd aan de kant gezet.
  5. Onze docente Nederlands kan afvallen tot ze een ons weegt.
  6. Rijke jongens en meisjes lopen een zekere kans ontvoerd te worden.
  7. De betogers hebben gisteren alle beelden van Lenin vernield.