Dit dictee behandelt onder andere de volgende spellingsproblemen:
– ei/ij-, g/ch-, i/ie-, au/ou-, s/c/k/q-, b/p-, l/ll-, r/rr-, n/nn-, m/mm-klank;
– tussen-s/-n, werkwoorden;
– klinkerverenkeling en medeklinkerverdubbeling.
1 De burgemeester zal de discussie tussen de verschillende partijen in goede banen leiden.
2 Volgens de huisarts wijst de irritatie van de luchtwegen op een allergie voor huisstofmijt.
3 Raad eens hoeveel dit sieraad heeft gekost?
4 De goochelaar maakt bij zijn truc gebruik van een zelfgemaakte sterrenkijker.
5 Je kunt de accommodatie herkennen aan de grote fontein in de voortuin.
6 De sporter heeft een nauwkeurige analyse uitgevoerd om te onderzoeken hoe hij zijn concurrent kan verslaan.
7 Nadat de spits had gescoord, kon hij niet stoppen met grijnzen.
8 Weet jij of gorilla’s ook wenkbrauwen hebben?
9 De recensie vermeldde dat de voorstelling met de aanwezigheid van de prins een adellijk tintje kreeg.
10 Door wie word jij weleens schattebout genoemd?