Zelfstandig gebruikte bijvoeglijke naamwoorden die zaken aanduiden, eindigen altijd op een -e.
Zelfstandig gebruikte bijvoeglijke naamwoorden die personen aanduiden, eindigen in het enkelvoud op een -e en krijgen in het meervoud een -n.
Bijvoorbeeld: Wat een mooie pruimen. Geeft u mij maar een kistje van die grote.
Je ziet dat met grote de pruimen bedoeld worden. grote duidt dus iets aan.
Bijvoorbeeld: Waarom kijkt een dove naar het journaal voor slechthorenden?
Je ziet dat met dove één persoon wordt bedoeld en met slechthorenden meerdere personen
In de volgende oefening worden de zelfstandig gebruikte telwoorden en bijvoeglijke naamwoorden door elkaar gebruikt.
Oefening 4: Maak deze oefening binnen 5 minuten
Oefening 5: Zelfstandig gebruikte bijvoeglijke naamwoorden, telwoorden en voornaamwoorden