Bewegingssensor: deze sensor ziet of er iets beweegt op de plek waar hij kijkt/meet. Hij meet dit met infrarood licht;
Lichtsensor: op te delen in twee soorten. Er is een sensor die kan meten hoe licht het is. Ook bestaat er een sensor die kijkt of hij wel licht ontvangt van een lichtstraal die op de sensor gericht is (zie de afbeelding hiernaast);
Druksensor: deze sensor is eigenlijk een soort knop of schakelaar. Als er iets op of tegenaan komt dan merkt de sensor dit.
Afstandssensor: deze sensor meet de afstand tot een object;
Temperatuursensor: dit is een sensor die de temperatuur meet;
Snelheidssensor: deze sensor kan snelheid meten. Dat doe hij door heel snel meerdere metingen te doen en het verschil uit te rekenen en vervolgens om te zetten in een snelheid;
Vloeistofsensor: hiermee kun je meten of een vloeistof een bepaalde hoogte heeft bereikt. Dat kan bijvoobeeld 'vol' of 'leeg' zijn.
Magneetsensor: dit is een sensor die meet of er iets van metaal in de buurt is;
Ultrasoonsensor: deze sensor stuurt een geluidsgolf weg en ontvangt deze weer. Daarmee kan dan de afstand bepaald worden. Een vleermuis gebruikt dit ook, omdat hij bijna blind is.
De sensoren zijn niet slim. Ze meten alleen iets en geven deze informatie door aan een ander apparaat.