Oefeningen kruisingsschema’s
Opdracht 1:
Opdracht 2:
We gaan nu een paar enkelvoudige kruisingen oefenen.
Opdracht 3:
We gaan honden kruisen en kijken dan naar de volgende twee eigenschappen: haarkleur en haarlengte. Blond is dominant over bruin en geven we aan met de letter Bb, korthaar is dominant over langhaar en geven we aan met de letter Kk.
We gaan twee heterozygote blonde kortharige dieren kruisen.
♀ x ♂ |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
d: Hoe ziet het fenotype van de jongen er uit?.
Opdracht 4:
We gaan het hebben over de eigenschappen veerkleur en snavellengte van de ara. We gaan een voor beide eigenschappen homozygote blauwe langsnavelige vrouw kruisen met een voor beide eigenschappen heterozygote gele kortsnavelige man. Voor kleur gebruiken we Kk en voor de snavel Ll.
a: Hoe ziet het genotype van de ouders er uit?
b: Hoe zouden de mogelijke “eicellen” en “zaadcellen” er genetisch uit kunnen zien? Geef de mogelijke combinaties weer en plaats ze in een kruisingsschema.
c: Geef in onderstaand kruisingsschema aan hoe de jongen er genetisch uit kunnen komen te zien.
♀ x ♂ |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
d: Hoe ziet het fenotype van de jongen eruit? Geef dit aan in aantallen.