Verzorging moederdier en jong

Verzorging moederdier en jong

We hebben zojuist besproken hoe de ontwikkeling van een jong in zijn werk gaat tijdens de dracht, en vervolgens besproken wat de verschillende fases van de geboorte zijn en wat je als eigenaar eventueel moet doen. Ook heb je videomateriaal gezien van de ontwikkeling van pups en van de geboorte van een aantal dieren.

Nu gaan we kijken naar de zorg voor moederdier en het jong, hier heb je als eigenaar nog veel meer invloed op dan dat je tijdens de dracht hebt. In de komende lessen gaan we ook nog kijken naar de afwijkende situaties; hoe en waardoor kan het moeilijk of mislopen tijdens het werpen en bij de nazorg. Maar eerst moet je leren wat gewoon is voordat je afwijkingen kunt signaleren.

Opdracht 1: Een van de belangrijkste dingen vlak na het werpen is ervoor zorgen dat het jong kan gaan ademen. Moederdier zal proberen dit te stimuleren door het jong te gaan likken, maar in sommige gevallen moet jij als eigenaar/verzorger/paraveterinair helpen. Bedenk eens een aantal situaties waarbij jij zou moeten helpen bij het stimuleren van de ademhaling.

Opdracht 2: Stel dat jij de ademhaling van het jong moet gaan stimuleren, op welke manier zou je dit kunnen doen? Probeer bij de onderstaande dieren te beschrijven hoe jij dit aan zou pakken, is sommige gevallen kun je dezelfde methode gebruiken maar het kan ook per dier wat verschillen.

Kalf

 

 

 

 

Lam

 

 

 

 

Biggen

 

 

 

 

Pups

 

 

 

 

 

Je hebt uitgezocht hoe je het jong aan het ademen kan krijgen, een van de belangrijkste taken die je hebt rond de geboorte. Nu gaan we naar de vervolgstappen kijken. Een van de volgende dingen die een jong nodig heeft is voeding, zoogdieren zogen bij hun moeder (vandaar de term zoogdieren). De eerste melk die ze binnenkrijgen heet biest, dit weten jullie als het goed is al lang. Biest is van levensbelang voor jonge dieren, voor veulens in het bijzonder.

Opdracht 3: Welke 3 belangrijke taken heeft biest voor jonge dieren?

Opdracht 4:
a. Soms krijgt het jong onvoldoende voeding binnen, kun jij enkele redenen bedenken waardoor dat zou kunnen komen?
b. Hoe kan ik aan een jong zien of ze voldoende melk binnenkrijgen? Probeer verschillende manieren te bedenken maar leg in ieder geval ook de term “turgor bepalen” uit.
c. Stel je komt tot de conclusie dat de jongen te weinig melk krijgen van hun moeder, wat doe je dan? Bedenk wat je met/voor moederdier doet en wat je voor de jongen moet doen.

De jongen ademen en hebben te drinken, uiteraard heb je het jong verder ook helemaal gecheckt op eventuele afwijkingen en gekeken of je te maken hebt met een vrouwelijk of mannelijk dier. Je zorgt ervoor dat het jong (en moederdier) een warme schone plek heeft om bij te komen.

Opdracht 5: Het kan soms noodzakelijk zijn om navelstrengen te ontsmetten van jonge dieren, met name bij productiedieren, maar dit gebeurt niet op alle bedrijven. Bedenk waarom het juist op die bedrijven verstandig kan zijn?

Bij koeien en geiten worden de jongen vaak weggehaald bij moederdier vlak na de geboorte, honden hebben vaak een werpkist of mand, konijnen maken een nest en katten zoeken zelf vaak een lekker plekje om hun jongen te werpen. Schapen krijgen hun jongen vaak in de groep, na het werpen wil je ze dan even afzonderen in een kraamhok. Hier kunnen ze aan elkaar wennen en kun je ze ook beter in de gaten houden.

Opdracht 6: Hoe zou jij, wanneer jij alleen in de stal bent, moederschaap en haar jongen uit een groepshok halen en in een kraamhok plaatsen?

Opdracht 7: Na het werpen richt je je vaak eerst even op de jongen, zodra zij stabiel zijn kun je je weer richten op moederdier. Welke verzorging heeft moederdier nodig vlak na het werpen?

Opdracht 8: Stel dat er bij moederdier enkele dagen na het werpen nog wat uitvloeiing uit de vulva komt, is dat dan erg? Wanneer moet je je wel zorgen gaan maken?

Wanneer het niet goed gaat met moederdier heeft dan gelijk effect op haar jongen, wanneer ze zich niet goed voelt gaat de melkproductie omlaag. Dit is natuurlijk extreem gevaarlijk voor de jongen die ze zoogt, en wanneer het om een koe of geit gaat is het natuurlijk zeer nadelig voor de veehouder (los van het feit dat het zeer vervelend is voor moederdier).

Opdracht 9: Als jij moederdier moet controleren in de dagen na het werpen, waar let jij dan op en wat wil je juist wel of niet zien?

Opdracht 10: Nu volgen er enkele aandoeningen die moederdier kan krijgen, de meeste ontstaan vlak voor of na het werpen. Al deze aandoeningen zijn spoedsituaties. Werk de onderstaande aandoeningen uit. Je mag hierbij samenwerken met een klasgenoot, let er wel op dat wanneer je er zelf niet mee bezig bent geweest dat je het dan ook minder goed kan onthouden. Wanneer je materiaal van je klasgenoot krijgt neem dan de tijd om het door te nemen en te checken.

Het kan heel goed dat jullie een aantal van deze aandoeningen in jullie ziektebundel hebben staan, dan mag je daar uiteraard ook materiaal vandaan halen.

Zoek voor de volgende aandoeningen de onderstaande vragen uit, zet het overzichtelijk neer, bijvoorbeeld in een tabel. Je hebt dit overzicht in de toekomst vaker nodig aangezien het spoedsituaties zijn en jij eigenaren moet adviseren.

Aandoeningen: Baarmoederprolaps, mastitis, endometritis en pyometra, eclampsie

  1. Wat is er aan de hand?
  2. Bij welke dieren komt dit vaak voor?
  3. Welke symptomen zie je bij moederdier?
  4. Wat zijn mogelijke oorzaken?
  5. Wat kun je als eigenaar doen en wat moet de dierenarts doen?
  6. Kun je de aandoening voorkomen?

Verzorging moederdier en jong.docx