Oorzaak 4: bondgenootschappen

De besproken spanningen en conflicten gaven aanleiding tot het ontstaan van een hele reeks bondgenootschappen tussen verschillende landen om in de eerste plaats conflicten te vermijden (samen sterk!): potentiële vijanden zouden twee keer nadenken vooraleer tot militaire actie over te gaan. Eigenaardig genoeg zijn het net deze bondgenootschappen die het uitbreken van WO I versneld hebben: bondgenoten waanden zich veilig door de gesloten verdragen, vertrouwden te zeer op mekaar (de tegenpartij zou nooit naar de wapens "durven" grijpen) enz. De moord op Franz-Ferdinand was echter de vonk in het kruitvat van de Balkan waardoor de bondgenootschappen op een gegeven moment hun legers begonnen te mobiliseren om mekaar bij te staan. Er ontstond een sneeuwbaleffect dat onomkeerbaar werd.

.

Uiteindelijk staan aan de vooravond van Wereldoorlog 1 twee machtsblokken tegenover mekaar

Triple Entente (GB, Frankrijk, Rusland): Geallieerden

Triple Alliante (Duitsland, Oostenrijk–Hongarije, Italië): Centralen

Conclusie: Europese grootmachten als Frankrijk, Groot-Brittannië en Duitsland beschouwen zichzelf als superieur t.o.v. elkaar. Ze willen hun superioriteit beklemtonen op territoriaal en cultureel vlak. Oude naties als FR en GB willen hun leidende rol behouden, terwijl een nieuwkomer als Duitsland net die rol wil opnemen.

Conclusie: het imperialisme verhoogt het nationalisme!