Hoe behulpzaam ben jij? Test jezelf nu!
Schrijf jouw antwoorden onder elkaar op een blaadje.
Bijv.
1.3
2.1
3.2
etc.
Start test!
Vraag 1 Vind je het moeilijk om ‘nee’ te zeggen tegen mensen die hulp nodig hebben?
1. Ja, ik vind dat ik daar waar mogelijk moet helpen 2. Als ik de tijd en energie heb, waarom zou ik dan niet helpen ? 3.Nee. Ik vind dat mensen niet altijd op anderen moeten rekenen en daarom is het beter dat iedereen zijn eigen problemen oplost
Vraag 2 Een vriend belt je ’s avonds uit je bed. Hij/zij heeft een probleem. Wat doe je?
1.Je vraagt of hij/zij morgenvroeg wil terugbellen 2.Je staat op en praat met hem/haar voor zolang het nodig is 3.Je zet je telefoon uit voor het geval dat hij/zij terugbelt
Vraag 3 Iemand gaat onderuit op straat. Hij/zij zegt dat het wel goed gaat, maar je ziet dat ie moeite heeft overeind te komen. Wat doe je?
1.Je blijft vanuit de verte kijken totdat je zeker weet dat alles okay is en loopt vervolgens verder 2.Je denkt “dat is pech hebben” en denkt er verder niet meer aan 3.Je loopt onmiddellijk naar hem/haar toe en vraagt of je hem/haar naar het ziekenhuis kunt brengen
Vraag 4 Indien een vriend na een moeilijke periode je hulp niet meer nodig heeft, dan ben je:
1.Geraakt. Het voelt goed dat men je nodig heeft 2.Blij dat hij/zij eindelijk orde op zaken heeft gesteld 3.Dankbaar dat je je om hem/haar geen zorgen meer hoeft te maken
Vraag 5 Doe je alle moeite om te voorkomen dat andere mensen van streek raken?
1.Dat mensen te gevoelig zijn, is niet mijn probleem 2.Hangt van de situatie af, maar is niet altijd te vermijden 3.Ja. Ik zou het vreselijk vinden als ik iemand onnodig van streek zou maken
Vraag 6 Je hebt onverwachts een middag vrij. Wat doe je liever?
1.Jezelf in de watten leggen 2.Je biedt een vriend of familielid je hulp aan 3.Dingen waar je eerder nog geen tijd voor had
Vraag 7 Je hebt ontzettend veel huiswerk en iemand vraagt je of je hem of haar wilt helpen met een project. Wat zeg je?
1.‘Natuurlijk. Geen probleem, ik zal dat meteen voor je uitzoeken’ 2.‘Sorry maar ik moet eerst mijn eigen huiswerk afmaken, maar als ik op tijd klaar ben zal ik je helpen’ 3.‘Nee.’ Waarom zou je meer werk moeten doen dan noodzakelijk?
Vraag 8 Als je jezelf in je relatie zou moeten omschrijven, hoe zie je jezelf dan?
1.De verzorger: ik zorg ervoor dat ik er ben als ze me nodig hebben 2.De entertainer: ik probeer alles zo gezellig en plezierig mogelijk te maken 3.De nemer: eerlijk gezegd laat ik me liever verzorgen en vermaken dan dat ik het zelf doe
Vraag 9 Een oude vrouw heeft moeite met het dragen van haar boodschappentassen. Wat doe je?
1.Je dringt aan om de boodschappen te dragen, ook al moet je de tassen uit haar handen rukken 2.Je glimlacht en vraagt of het wel lukt met de boodschappentassen en wacht tot zij je om hulp vraagt 3.Je loopt zo snel mogelijk voorbij
Vraag 10 Je moeder maakt op zondag een fantastische maaltijd voor al je vrienden. Wat doe je na het eten?
1.Opruimen en afwassen 2.Je spreekt af dat iedereen straks met de afwas zal helpen maar eerst kijken jullie nog even naar je favo televisieprogramma 3.Je gaat languit op de bank liggen en kijkt tv terwijl anderen de afwas doen