4.3 Onderdelen van de bladeren
Een blad bestaat uit een bladsteel en een bladschijf. Met de bladsteel zit het blad aan de stengel vast. Het platte gedeelte van het blad heet de bladschijf.
De vaatbundels van de stengels lopen via de bladsteel door tot in de bladschijf. In de bladschijf liggen de vaatbundels in de nerven. De hoofdnerf loopt meestal in het midden van het blad. De aftakkingen van de hoofdnerf heten zijnerven. Deze vertakken zich tot steeds kleinere nerven. De nerven zorgen voor de stevigheid van het blad en voor het vervoeren van water en voedingsstoffen. Al het materiaal dat tussen de nerven ligt, noemen we het bladmoes.
Een blad waar geen bladmoes meer in zit, noemen we een bladskelet. Een bladskelet bestaat uit nerven. Bladskeletten kun je in de herfst gemakkelijk vinden, bijvoorbeeld tussen de afgevallen van bomen.

Oefenvragen over de plant