Verbinding rekenen & taal

Rekenen

Doel 32,De leerlingen leren eenvoudige meetkundige problemen
op te lossen

Doel 33, De leerlingen leren meten en leren te rekenen met eenheden en maten, zoals bij tijd, geld, lengte, omtrek, oppervlakte, inhoud, gewicht, snelheid en temperatuur.

Doel 32 en 33: Dit zie je terugkomen bij het bouwen van de brug. Dan moeten de verhoudingen kloppen. Ook moeten ze meten dat de tafels 30 centimeter uit elkaar staan. Bij het beoordelen komt het meten in centimeters ook weer terug. 

Taal

 

Doel 1,De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesprokentaal. Ze leren tevens die informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven.

Doel 2, De leerlingen leren zich naar vorm en inhoud uit te drukken bij het geven en vragen van informatie, het uitbrengen van verslag, het geven van uitleg, het instrueren en bij het discussiƫren.

 

Doel 3, De leerlingen leren informatie te beoordelen in discussiesen in een gesprek dat informatief of opiniƫrend van karakter is en leren met argumenten te reageren.

Doel 1,2 en 3: Dit zie je terug in de opdrachten en het samenwerken. De kinderen zijn in gesprek met elkaar en moeten overleggen. Later zijn ze ook bezig met het beoordelingsformulier, hier gaan ze verder met het beoordelen van het werk en de samenwerking.