taak 3 concentratie en extincitie

Taak 3 Verband tussen concentratie en extinctie

Jullie  moeten tijdens dit practicum werken met een spectrofotometer. Dit is een apparaat dat in staat is om de extinctie  van licht te meten. Mogelijk weten jullie al wat extinctie betekent, anders moeten jullie dit zelf uitzoeken 

Jullie gaan in de proef uiteindelijk de extinctie van de aspirine-oplossingen meten bij verschillende concentraties. Er is namelijk een verband tussen de concentratie van de oplossingen en de gemeten extinctie. Het doel van deze taak is om dit verband te leren begrijpen.

Onderzoek met behulp van het internet wat het verband is tussen concentratie en extinctie en voer de volgende opdrachten uit.

           Opdracht 4: 

           Geef de juiste naam voor de wet die het verband tussen concentratie en extinctie          omschrijft.

           Opdracht 5: 

           Geef de formule die dit verband weergeeft en licht deze toe. Vergeet niet voor iedere     variabele te benoemen wat deze inhoud en welke eenheid er bij die variabele hoort.

           Opdracht 6:  

           Geef met behulp van de onderstaande plaatjes het verband tussen concentratie en        extinctie visueel weer.

 

 

Zoals de naam spectrofotometer als aangeeft kan zo’n apparaat een heel spectrum aan golflengtes meten. Echter stoffen absorberen niet bij elke golflengte even goed. Het is dus belangrijk om de juiste golflengte te kiezen voor  de meting.

Tijdens het practicum moeten jullie deze keuze zelf maken. Om deze keuze goed te kunnen maken moet je extinctie spectrum opnemen van de aspirine.  Aan de hand van dat spectrum moet je dan kiezen voor de juiste golflengte.  De volgende opdracht bereid je voor op dit gedeelte van het practicum

           Opdracht 7

           Hierboven zie je een voorbeeld van een extinctie spectrum.

           Er zijn 4 punten aangeduid (A tm D) Leg uit  welk punt je het beste kunt gebruiken om de           golflengte  te bepalen waarbij de meting wordt uitgevoerd. Verwerk in je antwoord de formule die je hebt genoemd bij opdracht 2.

           Opdracht 8:

           Leg uit wat deze taak te maken heeft met denken in oorzaak en gevolg.  (denk hier      bijvoorbeeld aan wat de oorzaak is voor achter een hoge of lage extinctie)