Gebruik van ruimte voor huisvesting
Kijk naar het tweede fragment uit de film “Wederopbouw, een kansrijke erfenis.
Toen de naoorlogse geboortegolf over was, groeide de bevolking minder snel en werden gezinnen gemiddeld kleiner. Omdat er in de landbouw steeds minder werk was, trokken veel plattelands¬bewoners naar (grote) steden om er een baan te zoeken in een kantoor of een fabriek. Voor hen werden veel nieuwe woningen gebouwd, nieuwe wijken aan de rand van de stad met flatgebouwen (zoals in de Bijlmermeer bij Amsterdam) en rijtjeshuizen. Deze nieuwe wijken hadden eigen winkels, scholen, speeltuintjes en andere voorzieningen
Naarmate de welvaart steeg, hadden steeds meer mensen geld om een auto aan te schaffen. Het had een beweging van de stad naar het platteland tot gevolg, naar dorpen of een kleinere stad in de buurt, of naar nieuwe buitenwijken met meer ruimte en groen. De auto maakte woon-werkverkeer mogelijk.
Ook Duitsland kende een grote woningnood. Veel huizen waren tijdens de oorlog vernield of beschadigd. En net als in Nederland was er sprake van een babyboom. Overal in Duitsland werden in hoog tempo woningen opgeknapt en nieuwe woningen gebouwd. Ook hier was er weer een verschil tussen de aanpak in de DDR en de BRD.
In de DDR werden natuurlijk zoveel mogelijk woningen hersteld, die tijdens de Tweede Wereldoorlog beschadigd waren. Daarnaast werd er veel nieuw gebouwd. De woningen werden geconcentreerd in nieuwe satellietsteden rond industriecentra. Het waren vooral geprefabriceerde flatgebouwen. De nieuwe flats waren comfortabeler dan de woonkazernes in oude industriesteden. De nieuwe woonwijken in satellietsteden hadden net als nieuwe woonwijken in Nederland allerlei voorzieningen zoals parken, kinderopvang, sportvoorzieningen en scholen. Allemaal op loopafstand. Toch hield de huisvesting in de DDR niet over. De mensen woonden vooral in gelijkvormige en vrij saaie woonwijken van niet al te hoge kwaliteit. De huren waren laag maar daardoor was er onvoldoende geld om de woningen goed te onderhouden. Ook de oude wijken in de binnensteden raakten langzaam in verval door achterstallig onderhoud.
In de BRD ging het herstel van woningen en de nieuwbouw voorspoedig omdat het met de economie goed ging. Het was de periode die bekendstaat als die van het Wirtschaftswunder. De Duitse economie draaide als nooit tevoren. Wel kreeg de BRD tussen 1950 en 1961 een stroom migranten uit de DDR te verwerken. Tegelijkertijd was er, net als in Nederland, sprake van een trek van platteland naar stad. Hoewel steeds meer West-Duitsers een auto konden betalen, was er later van een trek van de stad naar dorpen, kleinere steden en buitenwijken nauwelijks sprake.
Na 1990 ging de trek van platteland naar de steden door en breidden sommige steden zich uit. Ook werden in de voormalige DDR talloze woningen alsnog gerepareerd en werden oude binnensteden opgeknapt of gesloopt.
Vragen
Waar of niet waar?