Instructie

Uitleg bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden

Een bijvoeglijk naamwoord (adjective) gebruik je om iets of iemand te omschrijven.

Denk aan an old man of that crazy teacher.

Met een bijwoord (adverb) omschrijf je meestal een werkwoord.

Dus zeggen we: a quick learner (adjective) en He learns quickly. (adverb)

Om een adverb te vormen zet je -ly achter het adjective.

Uitleg en oefeningen