Waarborgen van privacy

Alle medewerkers en studenten of leerlingen van een onderwijsinstelling mogen ervan uitgaan dat er zorgvuldig met hun persoonsgegevens wordt omgegaan en dat de schoolsystemen (zoals bijvoorbeeld de elektronische leeromgeving (ELO) goed zijn beveiligd. Personeelsdossiers, salarisgegevens en de zorgdossiers van studenten mogen bijvoorbeeld alleen door een selecte groep worden ingezien en mogen niet ‘op straat’ belanden. Deze gegevens mogen ook nooit naar andere instellingen worden doorgestuurd zonder toestemming van de student. Ook foto’s en videomateriaal van collega’s en studenten mogen niet zonder hun persoonlijke toestemming worden gepubliceerd. Zelfs cijfers of resultaten moeten achter een login worden opgeslagen. Beelden van bewakingscamera’s mogen alleen worden bekeken als hier met de OR afspraken over zijn gemaakt, of wanneer de officier van justitie een verzoek indient. Zijn gegevens toch zonder toestemming openbaar geworden, dan moeten de betrokkenen hierover worden geïnformeerd.

De rechten rondom het leerlingdossier zijn in beginsel rechten van de leerling zelf. Voor kinderen onder de 16 jaar treden ouders op als wettelijk vertegenwoordiger. Dat betekent dat een leerling vanaf 16 jaar zelf mag beslissen over zijn leerlingdossier en dus ook zelf inzage hoort te vragen. De ouder kan alleen met toestemming van de leerling zelf over het dossier beschikken.

Kinderen die nog geen 16 jaar zijn

Ouders beslissen over de privacy van hun kinderen als deze jonger zijn dan 16 jaar. Dat houdt onder de AVG in dat ouders in een aantal gevallen toestemming moeten geven als hun kind gebruik maakt van bepaalde digitale diensten, zoals social media en apps. Als een school tijdens de les leerlingen gebruik wil laten maken van deze digitale diensten, dan moet er voor leerlingen jonger dan 16 jaar vóóraf apart toestemming worden gevraagd aan de wettelijke vertegenwoordigers (ouders). Dit kan gevolgen hebben voor de snelheid waarmee een school gebruik kan maken van dit soort digitale diensten.