Zuiver water

Doel:

Route 1: lezen: tekst hieronder en maken opdracht 8 t/m 11

Route 2: lezen §5.2 wat is een suspensie? en maken §5.2 opdracht 2 t/m 4


 

Alles om ons heen bestaat uit stoffen. In hoofdstuk twee hebben wij onderscheid gemaakt tussen twee soorten stoffen. Je had de zuivere stoffen en de mengsels.

Zuivere stoffen kan je niet scheiden. Het bestaat maar uit één soort molecuul. Neem bijvoorbeeld zuiver goud bestat alleen maar uit goud. Ook zout bestaat uit alleen maar uit zoutmoleculen en is een zuivere stof.

Opdracht 8: Noem nog 5 andere zuivere stoffen.

Als je twee zuivere stoffen bij elkaar doet dan krijg je een mengsel. Een mengsel kan je wel scheiden. Deze bestaat namelijk uit twee verschillende moleculen met twee verschillende stofeigenschappen.

Opdracht 9: Wat is een stofeigenschap?

Opdracht 10: Noem minimaal 5 stofeigenschappen.

 

Er zijn verschillende soorten mengsels. Hiernaast zie je een voorbeeld van een mengsel. In het linkerbekerglas zit water met daarin modderdeeltjes. Het is water uit een sloot. Het water is troebel. Troebel betekend dat je een vloeistof hebt met vaste deeltjes hebt die niet oplossen in de vloeistof. In dit voorbeeld is de vloeistof: water en de vaste deeltjes zijn de modderdeeltjes. Je noemt zo'n mengsel een suspensie. Slootwater is dus een mengsel.

 

Opdracht 11: Noem nog vijf andere mengsels van een vaste stoffen die niet oplost in water.