Doel:
Route 1: lezen: tekst en kijk de video hieronder en maken opdracht 5 t/m 8
Route 2: lezen §5.1 in welke vormen komt water voor? en welke faseovergangen zijn er? en maken §5.1 opdracht 9 t/m 19
Afgelopen dagen heb je al gemerkt dat we water in verschillende vormen tegen kunnen komen op aarde. Het kan heel koud zijn en dan wordt water ijs, maar als je water opwarmt wordt het waterdamp. Waterdamp is eigenlijk water in een gas. Water kan op drie fases voorkomen op aarde.
Opdracht 5: In welke drie fases kan water voorkomen op aarde?
Opdracht 6: Noem van elke fase een voorbeeld uit het dagelijks leven (de stof water mag je niet als voorbeeld nemen).
Bekijk onderstaande video (tekst gaat verder onder video):
Faseovergangen https://www.youtube.com/watch?v=oLQmWfCiH4k
Als een stof van fase gaat veranderen noemen we dat een faseovergang, bijvoorbeeld wanneer ijs weer vloeibaar wordt, dan noemen we dit smelten. Elke overgang van een fase heeft zijn eigen naam. De namen van deze faseovergangen moet je kennen.
De meeste faseovergangen kan je uitleggen aan de hand van water. Alleen vervluchtigen niet, om dit toch goed te begrijpen kan je klikken op de volgende link: voorbeeld van vervluchtigen.
Om te checken of je alle faseovergangen kent kan je onderstaande opdracht uitvoeren.
In de afbeelding hiernaast kun je zien hoe het water verdeeld is zoet en zout water.
Vraag 6a: Welke uitspraken horen bij welke afbeelding (bovenste, middelste of onderste)?
Vraag 6b: Gebruik afbeelding hiernaast.
Vul de juiste woorden in met behulp van de figuur.
Het meeste water op aarde is …………... Voor drinkwater zijn wij aangewezen op ……………
Zoet water komt voor in vaste vorm. Water zit dan opgeslagen in:
1. ........................
2 .........................
Toegangelijke vloeibaar zoet water kun je indelen in:
1. ........................
2 .........................