Filtreren

Doel:

Route 1: lezen: tekst hieronder en maken opdracht 15 en 16

Route 2: lezen §5.2 wat is filteren en maken §5.2 opdracht 9 t/m 13

Route 1 en Route 2: uitvoeren practicum FILTEREN.


Er zijn dus verschillende manieren om een mengsel te scheiden, dit noem je de scheidingsmethoden. Deze scheidingsmethoden ga je leren door ze uit te voeren.

Je kan water met zand helder maken door het te filteren. Bij filtreren maak je gerbuik van een trechter en een filtreerpapiertje. Dit filterpapier moet je op de juiste manier vouwen, anders werkt het niet goed. In de afbeelding hiernaast zie je hoe je een filterpapiertje moet vouwen.

 

Eerst vouw je het papier dubbel  en daarna nog een keer dubbel.

 

tip: maak het papier een klein beetje nat met destilleerd water dan blijft die beter plakken.

 

Bij filteren scheid je een niet opgeloste vaste stof van de vloeistof waar deze niet opgeloste vaste stof in zit. De niet opgeloste vaste stof blijft achter in het filterpapiertje, dit noem je het residu.

 

Opdracht 15: Je hebt nu geleerd wat filteren is. Leg uit waarom grondwater schoner is dan oppervlakte water en gebruik in je uitleg de begrippen: filtreren en deeltjesgrootte.

 

Opdracht 16: Zet in zeven stappen neer hoe je een filtratie uitvoert. Beschrijf het zo zodat iemand in klas 1 het met jullie voorbereiding ook kan uitvoeren.

  1. Stap één is vouw het filterpapier zoals op de afbeelding is weergegeven.
  2. Stap twee is: ....
  3. Stap drie is: ....

 

Je hebt nu voldoende kennis voor het practicum.

Practicum FILTEREN. Loop naar je docent toe en vraag om het voorschrift van het practicum filteren.