2. Stamper

Veel bloemen bestaan uit een mannelijk deel en een vrouwelijk deel. Het vrouwelijke deel van de bloem is de stamper. De stamper bestaat uit stempel, stijl en vruchtbeginsel.

In het vruchtbeginsel zitten zaadbeginsels. In de zaadbeginsels liggen eicellen klaar voor de bevruchting. De eicellen zijn de vrouwelijke geslachtscellen van de bloem. Het zaadbeginsel groeit na bevruchting uit tot een vrucht.

Stempel: bovenste, vaak plakkerige deel van het vruchtbeginsel.

Stijl: stuk van de stamper tussen het vruchtbeginsel en de stempel.

Vruchtbeginsel: onderste deel van de stamper.

Eicel: vrouwelijke voortplantingscel.

(Cel)kern: bevat de chromosomen met de erfelijke eigenschappen.

Zaadbeginsel: ontwikkelt zich na bevruchting tot zaadje.