Opgaven

2H07.5 Opgaven ................................................................................................................

  Getallen 1

 

Bekijk de rij getallen.

4, 5, 5, 5, 6, 6, 7, 7, 8

  1. Welk getal is de modus van deze rij getallen?
  2. Wat is de mediaan van deze rij getallen?
  3. Bereken ook het gemiddelde van deze rij getallen.

 

 

 

  Getallen 2

 

Bekijk ook deze rij getallen.

4, 5, 5, 5, 5, 6, 6, 7, 7, 8

  1. Welk getal is de modus van deze rij getallen?
  2. Wat is de mediaan van deze rij getallen?
  3. Bereken ook het gemiddelde van deze rij getallen

 

  Getallen 3

 

Bekijk nu ook deze rij getallen.

8  6  7  4  5  6  7  7  9  5

  1. Welk getal is de modus van deze rij getallen?
  2. Wat is de mediaan van deze rij getallen?
  3. Bereken ook het gemiddelde van deze rij getallen.

 

  Proefwerk

 

Klas 3A heeft een proefwerk gemaakt. De resultaten zie je in de frequentietabel.

  cijfer    frequentie 
4 2
5 3
6 7
7 11
8 5
9 1
  29

 

  1. Welk cijfer is de modus van alle cijfers?
  2. Zet de getallen op een rijtje en bepaal de mediaan van deze cijfers.
  3. Bereken ook het gemiddelde van alle cijfers.

 

  Proefwerk Duits

 

Klas 3B heeft een proefwerk Duits gemaakt. De resultaten zie je in de frequentietabel.

cijfer   frequentie 
5 4
6 8
7 6
8 4
9 2
  24

 

  1. Welk cijfer is de modus van alle cijfers?
  2. Zet de getallen op een rijtje* en bepaal de mediaan van deze cijfers.
    * Of kan dit anders? En, zo ja, hoe dan?
  3. Hoeveel procent van de leerlingen heeft een lager cijfer dan de mediaan?

 

  Inkomen

 

In een bedrijf werken 35 mensen.

De directeur verdient € 8000,− per maand.
De vier onderdirecteuren verdienen ieder € 3000,− per maand.
De overige dertig werknemers verdienen ieder € 1900,− per maand.

  1. Bereken het gemiddeld inkomen in dit bedrijf.
  2. Wat is het modale inkomen in dit bedrijf?

 

  Lengte meisjes

 

In de frequentietabel zie je verdeling van de lengtes in cm van 90 meisjes.

klasse (cm) frequentie
150 tot 160 6
160 tot 170 26
170 tot 180 37
180 tot 190 17
190 tot 200 4
  90

 

  1. De modale klasse is de klasse met de hoogste frequentie.
    Welke klasse is de modale klasse?
  2. In welke klasse bevindt zich de mediaan?

 

  Schoenmaten

 

Gebruik de gegevens van opgave   3   uit het onderdeel Turven en tellen.

  1. Welke schoenmaat is de modus?
  2. Welke schoenmaat is de mediaan?

 

 

  Wijze van vervoer

 

Gebruik de gegevens van opgave   4   uit het onderdeel Turven en tellen.

  1. Welke manier van reizen is de modus?
  2. Wat is de mediaan van de reistijden?

 

 

10    Jouw eigen cijfers

 

Een klus voor jou:

  1. Maak van je eigen cijfers, van periode 1 t/m 3, voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde een gecombineerde turftabel/frequentietabel.
  2. Bepaal het gemiddelde van al deze cijfers. Je hoeft geen rekening te houden verschillende wegingsfactoren
  3. Bepaal van al deze cijfers de modus en de mediaan. Laat duidelijk zien hoe je die hebt bepaald.

De uitgewerkte opdracht lever je in bij je docent.