Uitleg

Cirkeldiagram

Een cirkeldiagram bestaat uit een aantal onderdelen:

De 'taartpunten' van het cirkeldiagram noem je ook wel sectoren.

De twee rechte lijnstukken van een sector vormen samen de sectorhoek.

Bij een reeks gegevens kun je een cirkeldiagram maken.
Je moet daarvoor eerst bepalen hoe groot de sectorhoeken worden.


Die sectorhoeken bereken je met een verhoudingstabel of met de formule:

     

 

 

Voorbeeld

In een klas is gevraagd naar het merk telefoon van de leerlingen.
De uitkomsten staan in onderstaande tabel:

  merk aantal
  Samsung 12
  Apple 7
  Huawei 2
  LG 5
  Sony 1
totaal 27


Van deze gegevens gaan we een cirkeldiagram maken.

 

Stap 1:

Bij de aantallen moet je nu eerst de sectorhoeken berekenen.

Met een verhoudingstabel gaat dat als volgt:

 

 

 

 

 

 

Stap 2:

 

Je zet nu eerst een punt op papier. Dat is het middelpunt van een cirkel.

Teken met je passer een cirkel met een straal van (bijv.) 4 cm
en teken een straal verticaal naar boven.

 

Stap 3:

Begin nu met het tekenen van de kleinste sector. (waarom?)

Rond de berekende hoek af op hele graden, meet de hoek af en teken de hoek tot op de cirkel.

                                      

Stap 4:

Op dezelfde manier teken je ook de andere sectoren,

                                                                              

Stap 5:

kleur (of arceer) de sectoren en maak een legenda.

                

Stap 6:

Je kunt ook nog de percentages bij de legenda vermelden of naast/in de juiste sectoren zetten.

Ook kun je de item-namen/catagorie-namen in de sectoren zetten (je hoeft dan niet persé te kleuren).

  • Je moet dan wel voldoende ruimte hebben in je cirkeldiagram!
    Een goede reden om de cirkel groot te tekenen.

 

De percentages bereken je natuurlijk even met behulp van een verhoudingstabel:

aantal     27   1   2   5   7   12
percentage 100 3,7 7,4 18,5 25,9 44,4

 

 

Het plaatje ziet er dan, bijvoorbeeld, zo uit: