Weten wat een exponentieel verband is en wat exponentiële groei inhoudt.
Weten dat bij exponentiële groei de hoeveelheid per tijdseenheid met hetzelfde getal wordt vermenigvuldigd.
Weten dat bij een exponentieel verband een formule als N = b · g t hoort en dat in deze formule b de beginhoeveelheid is en g de groeifactor per tijdseenheid.
Het kunnen omzetten van groeipercentages in groeifactoren en omgekeerd.
Het kunnen opstellen van een formule bij een tabel waarbij exponentiële groei hoort of het opstellen van zo’n formule bij voldoende andere gegevens over een exponentieel groeiproces.
Exponentiële vergelijkingen van de vorm ax = p oplossen door een numerieke benadering.
Het kunnen omschrijven en herkennen van het kenmerk van exponentiële groei bij een gegeven tabel of grafiek
Het verschil kunnen omschrijven tussen exponentiële groei en lineair groei.
Weten wat een periodiek verband is.
Weten dat bij een periodiek verband een grafiek hoort die zich steeds herhaalt.
Weten wat de periode, de evenwichtsstand en de amplitude zijn en deze kunnen aflezen uit de grafiek van een periodiek verband.
Weten wat machtsfuncties zijn.
Weten dat een machtsfunctie de vorm f(x) = axn heeft.
Weten wat een hogeremachtswortel is.
Het kunnen oplossen van vergelijkingen van de vorm axn + b = c (wiskunde B).
Weten hoe je grafieken met een getal vermenigvuldigt
Weten dat de grafiek van y = axn + c ontstaat uit de grafiek van y = axn door een verschuiving over c in verticale richting.
Het kunnen tekenen van een globale grafiek van functies van de vorm f(x) = axn + c.
Weten dat de grafiek van y = a(x – p)n ontstaat uit de grafiek van y = axn door een verschuiving over p in horizontale richting.
Weten wat omgekeerd evenredige verbanden zijn.
Het kunnen tekenen van een hyperbool bij een omgekeerd evenredig verband.
Het herkennen van hyperbolische verbanden in praktische situaties.