Hoe ga je te werk?
- Bedenk of je de webquest alleen of met iemand anders wil maken.
- Er zijn twee opdrachten. De eerste opdracht wordt tijdens de eerste les gemaakt. De tweede opdracht telt twee lesuren.
Opdracht 1:
- Lees de bronnen en bekijk de links.
- Bedenk hoe je de samenvatting opbouwt en gaat indelen.
- Houd rekening met grote en kleine gebeurtenissen.
- Maak eerst een kladversie en laat deze eventueel aan je docent zien.
- Zorg er voor dat je correct Nederlands schrijft.
- Maak een nette eindversie. Dit mag geschreven of getypt zijn.
- Vergeet niet om je bronnen aan het eind van je samenvatting te vermelden.
Opdracht 2:
- Lees het voorgeschreven verhaal en bedenk wat er van je verwacht wordt. Tip: Bekijk ook het beoordelingsmodel
- Bedenk welke personage je wil gebruiken voor het dagboekverslag. Kies het personage wat jou het meest aantrekt.
- Naast de hoofdpersoon moet er ook een ander voorgeschreven personage in je dagboekverslag komen. Zie de opdracht.
- Schrijf je dagboekverslag in correct Nederlands. Je mag het schrijven maar ook typen. Als je het typt lever je het uitgeprint bij je docent in.
- Je dagboekverslag is minimaal 2 a4.
- Gebruik je fantasie. Let op! De historische gebeurtenissen moeten wél kloppen.
- Eindig het dagboekverslag op een juiste manier of eindig weer met Wally.