Batavia
Wally leeft in Nederlands-Indië. Zijn vader is een Nederlandse militair en zijn moeder is Indische. Op 1 augustus 1950 loopt hij woedend de straat van Batavia op. Hij heeft ruzie met zijn moeder om het feit dat hij wil het leger in wil. Zijn moeder vind hem met zijn 15 jaar te jong. Zuchtend loopt hij over de pasar. Plotseling tikt er iemand hem op zijn schouder. Wally schrikt zich een ongeluk en draait zich om. Lachend staat zijn vriend Yuda tegenover hem. 'He makker wat kijk je serieus. Ben je soms een Japanner tegengekomen?', zegt Yuda met een grijns op zijn gezicht. Wally trekt een gezicht en loopt samen met Yuda door. Al snel vergeet Wally zijn woede en samen lopen ze terug naar hun wijk Menteng. Als Wally weer alleen is haalt hij een keer diep adem en verzamelt moed om zijn excuses aan te bieden tegenover zijn bunda. Als hij zijn ogen weer opent valt zijn blik plots op een klein zwart boekje. Het ligt plompverloren op straat. Wally kan het nog net oprapen voordat er een becak met een gang over heen raast. Zijn nieuwsgierigheid wint het van zijn schuldgevoel en hij ploft neer onder een boom en begint te lezen:
Op dit moment kom jij aan het woord. Kies een van de onderstaande personages en schrijf een kort dagboek verslag over wat jou personage heeft beleefd. Gebruik hierbij de bronnen van de verschillende ooggetuigen.
Let op!
- Je kiest één personage als hoofdpersoon in het dagboekverslag.
- Naast de hoofdpersoon moet er ook nog één andere personage in voorkomen. Het maakt niet uit hoe en de naam hoef je niet persé te noemen. Bijvoorbeeld: Jan-Willem ploeterde door de modder en zag tegenover hem het kamp Tjideng liggen. Achter het ijzeren draad zag hij de hongerige ogen van de Nederlandse gevangenen. Een man keek hem doordringend en hoopvol aan..... -> dit is dan bijvoorbeeld personage A.
- Het dagboek verslag moet ongeveer 2 a4tjes vol zijn. Je mag hierbij je fantasie gebruiken maar de gebeurtenissen die de persoon meemaakt moet wel historisch correct zijn.
- Let op de woorden die schuingedrukt zijn. Zoek de betekenis op en verwerk dit ook in je dagboekverslag.
- Gebruik hierbij de bronnen!
- Je moet minimaal 2 á 3 filmpjes hebben bekeken.
- Je moet minimaal 2 á 3 websites hebben bekeken.
Personages:
Arne van Woerden (krijgsgevangen):
Arne van Woerden is 33 jaar. Hij werkte voor de Borneo-Sumatra maatschappij die ook vestigingen op Batavia, Medan en Soerabaja. Arne werd uitgezonden naar Nederlands-Indië om te werken. Na de aanval op Pearl Harbour door de Japanners vechtte Arne als KNIL-soldaat mee. Tot dat het koninklijk Nederlands-Indisch Leger capituleerde. Hierna werd Arne gevangen genomen en werd hij gevangen gezet in een Christelijke school in Tjiandjoe. Hier vind Arne een klein zwart boekje in een lessenaar. Dit kleine zwarte boekje probeert hij de hele oorlog bij zich te houden.
Hiro Onoda (soldaat):
Hiro Onoda is 27 jaar wanneer hij aan komt op Nederlands-Indië. Hij wordt tijdens de strijd gevangengenomen en wordt gedwongen om te werken aan de Birma spoorlijn. Tijdens deze verschrikkelijke periode houdt hij een klein zwart boekje bij zich om zijn ervaringen op te schrijven.
Waluyo Bambang (student):
Waluyo Bambang is 21 jaar en net afgestudeerd in Nederland. Hij is weer teruggegaan naar Nederlands-Indië. Er is veel veranderd tijdens de bezetting van Japan. Tekenen van Nederlandse overheersing waren weggehaald: standbeelden werden afgebroken, het gebruik van de Nederlandse taal werd verboden en zijn woonplaats heette geen Batavia meer maar Jakarta. Hij overleeft de oorlog en maakt de politionele acties mee. Waluyo schrijft zijn ervaringen op in een klein zwart boekje, die hij tijdens zijn studententijd in Nederland heeft gekocht.