Leerstof
In het jaar 622 vertrok Mohammed met zijn volgelingen naar de stad Medina. Daar was hij niet alleen de godsdienstige leider, maar ook de politieke leider. Dat betekende dat Mohammed veel macht had. Tussen 622 en zijn dood in 632 veroverde Mohammed met een ridderleger bijna het hele Arabische schiereiland. Na de dood van Mohammed gingen zijn opvolgers, de kaliefen, door met veroveringen. Veel landen, van Spanje tot aan India, werden veroverd en bekeerd tot de islam. Al die landen behoorden vanaf dat moment tot het Arabische rijk. De Arabieren hebben geprobeerd Europa te veroveren, maar zij werden in het jaar 732 in Frankrijk bij Poitiers verslagen door het leger van Karel Martel, de grootvader van Karel de Grote. Naast de Arabische steden Mekka en Medina was Jeruzalem ook een belangrijke stad voor de moslims. Volgens de moslims maakte Mohammed vanaf de berg in de stad een reis naar de hemel. Op die plek werd later door een bekende kalief de Rotskoepel (afbeelding hieronder) gebouwd, een heilige plaats voor de moslims. Voor de christenen was Jeruzalem ook erg belangrijk. Hier zou Jezus zijn gestorven en begraven.