Om plaatsen op de kaart te vinden maken we gebruik van kaartvakken. Boven en onder de kaart staat een letter in rood vermeld en rechts en links van de kaart een cijfer in rood. Deze letters en cijfers zijn er om plaatsen makkelijker te vinden.
In de registers staat achter een kaart vaak een letter en een cijfer vermeld. Deze verwijzen naar de kaartvakken. Zo weet je snel op welk gedeelte van een kaart je moet kijken. Bijvoorbeeld (GB 55), Siddeburen 20-21 F2, dat wil zeggen dat op kaart 20-21 in het vak F2 Siddeburen ligt.
Als je moet vertellen op welke kaart je iets hebt gevonden moet je altijd achter het nummer van de kaart, het kaartvak vermelden.