· Je kunt uitleggen hoe door nieuwe ontwikkelingen in de landbouw de oogsten kunnen groeien, door gebruik te maken van de
begrippen drieslagstelsel, keerploeg en mest.
· Je weet waarom sommige boeren ambachtsman worden.
· Je weet waar de eerste nederzettingen komen en waarom.
· Je kunt uitleggen hoe die kleine nederzettingen uitgroeien tot handelsplaatsen.
· Je kunt uitleggen waarom nederzetting zichzelf gaan beschermen.
· Je kunt uitleggen hoe een nederzetting een stad word.
. Je kunt vertellen wat stadsrechten zijn en hoe een nederzetting/dorp deze kon verkrijgen.
· Je weet hoe de bewoners van steden heten.
· Je kunt uitleggen hoe het bestuur van een Middeleeuwse stad geregeld werd door gebruik te maken van de begrippen
schepenen, schout en schepenbank.
. Je weet wat ambachten zijn en kunt enkele voorbeelden noemen
· Je weet wat gilden zijn.
· Je weet wat je moet doen om bij een gilde te komen.
· Je weet hoe steden belangrijke handelsplaatsen worden door gebruik te maken van de begrippen: jaarmarkten en
stapelmarkten.
· Je kunt vertellen wat De Hanze, hoe deze is ontstaan en wat de Hanzeroute is.
. Je kunt iets vertellen over jouw eigen woonplaats en hoe en door wie wordt bestuurd.