Rond 3000 v Chr werd het hiërogliefenschrift voor het eerst gebruikt in het Egyptische rijk. Het hiërogliefenschrift werd gebruikt om belastingopbrengsten te noteren, om wetten te noteren en voor het leven na de dood.
Het hiërogliefenschrift werd pas in 1822 ontcijferd. Al die jaren ervoor stonden de wetenschappers voor een raadsel en begrepen niets van al die tekens.
In 1800 werd er een steen gevonden waar één tekst in drie verschillende talen stond opgeschreven: het Grieks, het Demotisch en het Egyptisch (dus: hiërogliefenschrift). Hiermee kon het schrift langzaam worden ontcijferd. Dat was nog een heel karwei, want het hiërogliefenschrift bestaat uit maar liefst 700 tekens!
Denk je dat jij het hiërogliefenschrift kunt lezen?
Bekijk dan de volgende pagina en download oefening 1.
Tijd over? Maak dan ook oefening 2 en het alfabet: hiermee kun je je eigen naam in het hiërogliefenschrift schrijven.