3. Wortels

Wortels hebben over het algemeen drie functies.


1. De wortel of het wortelstelsel zorgt ervoor dat de plant op zijn plaats blijft staan.
Om te voorkomen dat ze omwaaien hebben grote bomen daarom een wortelstelsel onder de grond dat net zo groot is als de boom boven de grond.

2. Een belangrijke taak van een wortel is water en mineralen (opgeloste voedingsstoffen) uit de grond halen.

Kruidachtige planten hebben meestal wortels in de vorm van een hoofdwortel met zijwortels of bijwortels.
Hoofdwortel: Dikke wortel in het midden.

Zijwortel: Vertakkingen van de hoofdwortel.

Wortelharen: Kleine uitsteeksels aan de punten van dunne wortels om water en mineralen op te nemen.

De wortels die in contact staan met water hebben veel kleine haartjes, de wortelhaartjes. Deze wortelharen zijn uitstulpingen van bepaalde cellen van de wortel, die zorgen voor een groot oppervlak. Door dit grote oppervlak kunnen ze veel water en mineralen opnemen. Vanuit de wortels gaat het water naar de stengel.

3. Een wortel kan een opslagplaats van voedsel zijn. In de bladeren worden energierijke stoffen gemaakt door fotosynthese (zie onderdeel B van deze digitale route). Deze stoffen worden via de stengel vervoerd naar de wortels. In de wortel worden de energierijke stoffen opgeslagen als zetmeel. Dat dient ls reservervoedsel voor de plant. Maar ook mensen en dieren profiteren van de energierijke stoffen als zij wortels eten.