In onderdeel A. en B. van de digitale route vind je nformatie over huidmondjes. Bij dit practicum ga je zo’n huidmondje bekijken en tekenen.
Werkwijze:
Zorg dat je voordat je gaat tekenen de tekenregels kent en kunt toepassen. Lees ze zo nodig na in de digitale route, bovenaan het onderdeel Practica.
De expert zorgt bij dit practicum voor een preparaat waarop een of meer huidmondjes te zien zijn. Zorg dat je het preparaat goed kunt zien.
Wat heb je nodig?
preparaat huidmondje
lijst met tekenregels (zie digitale route, onderdeel practica)
blanco tekenblad
potlood
Wat ga je doen?
Zoek een stukje op in het preparaat waarbij je twee “boonvormige” cellen ziet. Deze cellen zijn vaak iets kleiner dan de omringende cellen en omringen het huidmondje.
Teken volgens de tekenregels een of twee huidmondjes met een aantal ‘gewone’ cellen eromheen.
Benoem de volgende onderdelen: huidmondje, sluitcellen, omringende cel.
Zet rechtsboven in de hoek je naam + stamgroep.
Linksboven zet je de titel:
afdruk huidmondjes [klimop], vergroting 100x.
Schrijf de volgende zinnen onderaan je tekening en vul aan. Als je de antwoorden niet zomaar weet, zoek ze dan op in de digitale route, onderdeel A. of B.
Huidmondjes nemen op uit de lucht: #
Huidmondjes geven af aan de lucht: # #
LANDPLANT: de meeste huidmondjes zitten ONDERAAN/BOVENAAN het blad
Als je het practicum hebt afgerond:
Laat je tekening en antwoorden checken. LET OP! Je practicumtekeningen worden alleen met voldaan beoordeeld wanneer je volgens de tekenregels hebt getekend.
Maak een Google-document "Practicumopdrachten thema 4 Planten en ecologie [naam + stamgroep]" en bewaar dat in een (digitale) map N&T van thema 4.
Maak een foto van de tekening en bewaar hem in je Google-document "Practicumopdrachten thema 4 Planten en ecologie".