Tekenregels voor het maken van een biologische tekeningen:
Teken op blanco papier.
Maak bovenaan het blad in een bovenschrift: hieroin zet je wát je gaat tekenen (de titel) en je naam. Als je een microscooptekening van een preparaat maakt, zet je er ook bij welke vergroting je het preparaat bekijkt (bijvoorbeeld 400x), wat voor soort tekening het is en eventueel welke kleurstof je hebt gebruikt.
Teken zeer nauwkeurig wat je ziet. Kijk goed! Verzin niets, maar laat ook niets weg.
Teken met een goed potlood (liefst H of HB), met een scherpe punt.
Probeer zoveel mogelijk in het midden van het tekenvlak te tekenen.
Teken groot (gebruik ongeveer driekwart van je papier). Zorg er wel voor dat rechts van de tekening een flink stuk wit overblijft voor bijschriften.
Teken dun en gebruik zo weinig mogelijk je gum.
Zet met behulp van een liniaal horizontaal dunne streepjes (verwijsstreepjes) naar de verschillende onderdelen die je kunt zien. Zie de voorbeelden hierboven.
Zet de naam van die onderdelen (de bijschriften) achter de verwijsstreepjes.
Gebruik maar één kant van je tekenblad en teken niet meer dan één tekening op een A4.