2. Organen van een plant en hun taken

Zaadplanten planten zich voort door middel van zaden.
De zaadplanten zijn te verdelen in naaktzadige planten en bedektzadige planten. De verschillen tussen deze twee klassen heb je in thema 3 Ordening van organismen geleerd.

De informatie in thema 4 gaat vooral over bedektzadigen: planten die zich kunnen voortplanten met behulp van bloemen en zaden in vruchten.


Kort beschrijving:

Bloem: zorgt voor de (geslachtelijke) voortplanting van de plant.

Blad: deel van een plant met als belangrijkste functies fotosynthese en verdamping.

Zaden: bevatten kleine kiemplantjes met reservevoedsel. Hieruit kunnen nieuwe planten groeien.

Vrucht: deel van een plant dat één of meerdere zaden bevat. Speelt vaak een belangrijke rol bij de zaadverspreiding.

Stengel: draagt bladeren, bloemen en vruchten en vervoert water, mineralen en suikers.

Wortel: ondergronds deel van een plant met de functies: water en mineralen uit de bodem opnemen, reservestoffen opslaan en de plant vastzetten in de grond..