1. Voedselweb en voedselketen

Voedselweb
Een voedselweb laat zien welke voedselrelaties er bestaan tussen organismen. In het voedselweb hiernaast is met pijlen aangegeven wie of wat door wie gegeten wordt. LET OP welke kant de pijlen op wijzen: in de richting van het dier dat eet.

 

 

 

 

 

 

Voedselketen
Een voedselweb bestaat uit meerdere voedselketens. Een voedselketen bestaat uit minstens een plant, een planteneter en een diereneter (dat kan een vleeseter, alleseter, insecteneter. enz. zijn).

 

 

 

 

 

 

 

Planten vormen altijd de eerste stap van een voedselketen. Planten maken hun eigen voedingsstoffen. Ze worden daarom producenten genoemd.

De volgende stap in een voedselketen bestaat altijd uit dieren: dieren eten planten of andere dieren. Ze worden consumenten genoemd.

In de afbeelding zie je een voorbeeld van een voedselketen. Consumenten 1 eten planten, consumenten 2 eten planteneters, consumenten 3 (en eventueel 4 of 5) eten vleeseters.



Uiteindelijk wordt alles wat dood gaat, afgebroken door reducenten. Dit zijn organismen die leven van dode planten of dieren. Het gaat dan vooral om schimmels en bacteriƫn. Reducenten staan meestal niet in een voedselweb.

Een voedselketen in zee begint met plantaardig plankton. Dat zijn kleine plantjes.
De volgende stap in de keten bestaat uit dierlijk plankton. Dat zijn kleine diertjes.

Plantaardig en dierlijk plankton worden gegeten door kleine vissen, die door grotere vissen en die weer door grotere vissen.

In de afbeelding hieronder zie je de (voedsel)relaties in een ecosysteem in de zee, met producenten, consumenten en reducenten.