De natuur kent eigenlijk geen afval: alle stoffen in de natuur worden steeds weer opnieuw gebruikt.
Bekijk het onderstaande filmpje hierover.
Hieronder zie je de kringloop van voedingsstoffen in een eenvoudig schema.
Wat afval is voor het ene organisme is voedsel voor het andere!
Kringloop van mineralen
Een plant neemt koolstofdioxide, water en mineralen op. Mineralen zijn bijvoorbeeld belangrijke (mest)stoffen zoals nitraat en fosfaat, maar ook stoffen als calcium, ijzer en magnesium zijn mineralen. De plant gebruikt mineralen voor van alles en nog wat, zoals het maken van eiwitten, de vorming van bladgroenkorrels, transport binnen de cel, enzovoort.
Een planteneter krijgt met zijn voedsel ook mineralen binnen. Hij benut deze voor het in stand houden van zijn lichaam en voor de opbouw van cellen.
Door hergebruik blijven mineralen beschikbaar voor planten en dieren. Een plant neemt bijvoorbeeld calcium op. Een dier dat de plant eet gebruikt het calcium om zijn botten of zijn schelp te laten groeien. Het dier produceert uitwerpselen en gaat uiteindelijk dood. Het calcium in de uitwerpselen of dode resten van het dier, wordt vrijgemaakt door reducenten zoals bacteriƫn. Calcium wordt dan weer opgenomen door planten. Op deze manier circuleert calcium in een kringloop in de natuur.
Naast de kringloop van mineralen is er ook een kringloop van water, een kringloop van zuurstof en een kringloop van koolstof. In de volgende paragrafen leer je over deze kringlopen.