Organismen in een ecosysteem hebben met elkaar te maken. In een bos neemt een boom bijvoorbeeld licht weg ten koste van een bodemplant.
Voor de bodemplant is de boom een biotische factor die invloed heeft op zijn leven. De bodemplant neemt water op uit de bodem en is dus zelf ook een biotische factor die invloed heeft op het leven van de boom.
Planten vormen voedsel voor dieren. Op hun beurt worden dieren gegeten door andere dieren. Bacteriƫn en schimmels profiteren weer van de voedingsstoffen van dode planten en dieren. In een ecosysteem is het eten en gegeten worden.
Alle organismen in een ecosysteem vormen samen een levensgemeenschap.