Een voedselweb maakt duidelijk wat de gevolgen kunnen zijn als er één onderdeel van het web verandert:
Als er in een bepaald jaar bijvoorbeeld weinig koolmeesjes broeden, zal het aantal koolmezen afnemen. Dit heeft tot gevolg dat het aantal rupsen toeneemt. Maar meer rupsen in het volgende jaar betekent meer voedsel voor de koolmezen. Dat kan dus weer zorgen voor meer jonge koolmeesjes. Op deze manier kunnen de aantallen koolmezen en rupsen van jaar tot jaar wisselen.
Als er binnen een ecosysteem geen verstoringen optreden is er zoals in het bovengenoemde voorbeeld sprake van een dynamisch evenwicht: van buitenaf gezien verandert er weinig binnen het ecosysteem, terwijl er wel allerlei schommelingen zijn in aantallen planten, dieren (roofdieren en prooien), schimmels en bacteriën.
Als het aantal rupsen zodanig toeneemt dat de rupsen een last gaan vormen voor de mens om het ecosysteem waarin ze leven, dan wordt de rups een plaagdier.