3.4 Aan de slag!

Eerst gaan jullie, door middel van onze vragen, zelf uitzoeken hoe je nu het eiwitgehalte in bloedplasma kunt bepalen.

Er is een bepaalde methode hoe je het eiwitgehalte van een bepaalde oplossing kunt bepalen, dit heet de Kjeldal-methode. Hierbij ga je onderzoeken wat het gehalte stikstof is in de oplossing en zo kun je verder rekenen naar het eiwitgehalte. Eiwitten bestaan namelijk voor 16% uit stikstof (voedingswaardetabel.nl).

Wat hierbij centraal staat, is dat we het ammoniumzout (Ammonium is een stof die vrijkomt bij de afbraak van stikstofhoudende organische verbindingen, zoals eiwitten, betavak.nl) laten reageren met een overmaat aan natriumhydroxide. De ammonium-moleculen (NH4+) gaan een reactie aan met hydroxide-moleculen (OH-). Dit is een zuur-base reactie. Wat is de reactievergelijking (vraag 1)?

Schrijf deze reactievergelijking op je blaadje die je bij het practicum hebt gekregen.