Tijdens deze leereenheid leer je om de huisvesting en het klimaat te beoordelen van de dieren. Je leert om tijdens controlerondes en/of tijdens routinematige werkzaamheden gebreken in de huisvesting of fouten in het klimaat te signaleren.
Leerdoelen
Heeft kennis van gangbare huisvestingsystemen voor productiedieren.
Heeft kennis van klimaatfactoren (temperatuur, CO2, vochtigheid etc.). en past deze toe.
Heeft kennis van de warmtebalans.
Succescriteria
Je kan minimaal 2 soorten huisvestingsystemen benoemen voor minimaal 2 productiedieren.
Je laten zien dat je minimaal 2 machines en/of installaties kan bedienen die gebruikt worden op een bedrijf met productiedieren.
Je laat zien dat je bij 3 verschillende machines dan wel installaties 2 kleine onderhoud technische handelingen kan uitvoeren.
Je benoemt minimaal 4 klimaatfactoren die een rol spelen in de stallen.
Je kan in maximaal 10 zinnen uitleggen wat warmtebalans is.
Je kan minimaal 4 factoren benoemen die de warmtebalans in gevaar brengen.