Paragraaf 2: Het nationaal-socialisme

Leerdoelen:
 
Lees de tekst:
 
In paragraaf 1 heb je geleerd dat de economische crisis en de gevolgen hiervan een belangrijke oorzaak is van de Tweede Wereldoorlog. Mede dankzij deze crisis heeft Adolf Hitler veel macht gekregen in Duitsland. Hitler wilde het land inrichten volgens het nationaal-socialisme. In deze paragraaf leer je wat dat is en hoe dit eruit zag in het dagelijks leven van de Duitsers.
Na de beurskrach in 1929 raakte het land in een diepe crisis en werden de leningen stopgezet. Dit was voor Duitsland een groot probleem. De Duitse economie kwam zowat stil te liggen. De werkloosheid steeg en de onvrede groeide snel. In die sfeer groeide de aanhang van de partij van Adolf Hitler. Hitler beloofde de mensen werkgelegenheid en betere economische toestanden. Toen Hitler in 1933 aan de macht kwam, hervormde hij de economie. De Duitse economie werd een oorlogseconomie. Het werk stond in dienst van een naderende oorlog. De werkloosheid werd 'opgelost' door investeringen in de infrastructuur zoals snelwegen (Autobahnen) en de wapenindustrie. Ook door herinvoering van de dienstplicht daalde de werkloosheid.
 
Duitsland werd ingericht aan de hand van de standpunten van het nationaal-socialisme:

Nadat Hitler aan de macht was gekomen begon hij al snel met het veranderen van de samenleving. Na een paar maanden kreeg Hitler het recht om zonder toestemming wetten door te voeren, hierdoor kon hij zo snel mogelijk problemen oplossen. Een van de eerste wetten van Hitler was het afschaffen van de democratie. Hierdoor werd Duitsland een dictatuur onder leiding van Hitler. Duitsland werd een totalitaire staat: alle macht kwam in de handen te liggen van de overheid = Hitler en zijn politieke partij. De macht van Hitler was al snel te merken. Overal waar je kwam in Duitsland waren de ideeën van Hitler te zien, lezen en horen. Schoolboeken werden herschreven volgens de ideeën van het nationaal-socialisme, de media had te maken met censuur en werd gecontroleerd. Kwam een verhaal niet overeen met de nazi-ideeën dan werd het verboden. Kinderen en volwassenen raakten hierdoor overtuigd dat de ideeën van Hitler goed waren, indoctrinatie. Was je tegen Hitler, dan moest je oppassen voor de Gestapo, de geheime politie. Tegenstanders werden opgepakt en afgevoerd naar concentratiekampen.

Ook kwamen er discriminerende maatregelen. In 1935 kwamen er zelfs de rassenwetten, hierin stond wanneer je Arisch en niet-Arisch bent. De niet-Arische mensen werden net als tegenstanders opgepakt en afgevoerd naar concentratiekampen. Onder de niet-Arische mensen vielen uiteraard de joden, maar ook zigeuners en mensen met een niet blanke huidskleur. Bij alleen de rassenwetten bleef het niet. Joden mochten niet meer stemmen, hoge functies uitvoeren, niet naar gewone scholen gaan en zij moesten herkenbaar zijn met hun gele ster op de kleding en een J in hun paspoort.

 

Opdracht 5:

Kopieer het schema naar je Word-document en vul achter de begrippen de betekenis in.

Nationaal-socialisme                                                              
Dictatuur  
Totalitaire staat  
Censuur  
Indoctrinatie  
Gestapo  
Concentratiekampen  
Rassenwetten  

 

Opdracht 6:

Bekijk het filmpje en beantwoord de onderstaande vragen in je Word-document.


1. Hoe kwam het dat veel mensen Hitler een interessante man vonden?

2. Wanneer probeerde Hitler voor het eerst aan de macht te komen?

3. Wat werd Hitler zijn nieuwe tactiek om aan de macht te komen na de mislukking van de eerste keer?

4. Hoe heet de partij van Hitler?

5. Hoe noemen we de leden van de partij van Hitler?

6. Wat beloofde Hitler aan de Duitsers, waardoor hij veel steun kreeg van het Duitse volk?

7. Op welke manier verspreidde Hitler zijn propaganda?

8. Wat is een Rijkskanselier?

9. Wanneer werd Hitler Rijkskanselier?

10. Wie waren er tegen de nazi's?

11. Wat deed de SA?

12. Hoe zorgde Hitler ervoor dat hij aan de macht kon blijven?

13. Hoe werden de jongeren betrokken bij de ideeën van Hitler?

14. Wanneer vond de Kristallnacht plaats?

15. Wat gebeurde er tijdens de Kristallnacht?

16. Hoe zorgde Hitler voor werkgelegenheid?

17. Noem de volgorde van landen die Hitler heeft veroverd. Het zijn er acht!

 

Opdracht 7:

Bij deze opdracht ga jij laten zien hoe het dagelijks leven voor kinderen veranderde toen Hitler aan de macht kwam. Dit ga je doen door het maken van een PowerPoint presentatie. In de presentatie komen de volgende onderdelen terug: