Het boxenstelsel

Boxenstelsel
De overheid onderscheidt drie soorten belastbaar inkomen. Iedere soort inkomen is ondergebracht in een eigen box. Iedere box heeft een eigen belastingtarief. Lees de eerste drie pagina's van de kennisbank.

KB: de werking van het belastingstelsel

Boxenstelsel
Box 1: belastbaar inkomen uit werk en woning

Box 2: belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang

(BOX 2 is geen examenstof, dit hoef je dus ook niet te kennen/weten)

Box 3: belastbaar inkomen uit sparen of beleggen

56. Leg uit wat er wordt bedoeld met het belastbaar inkomen.


Eigenwoningforfait
In box 1 zit behalve inkomen uit werk ook inkomen uit eigen woning.
Heb je een eigen huis dan moet je van de belastingdienst je inkomen verhogen met het eigenwoningforfait.

De hoogte van het eigenwoningforfait hangt af van de waarde van je woning.
In 2015 gold voor huizen tussen de € 100.000,- en € 1.000.000,- dat het eigenwoningforfait 0,7% bedroeg.

57. Johan Pardijs woont in een eigen huis met een waarde van € 170.000,-.

  1. Hoe hoog was het eigenwoningforfait voor Johan in 2015?
  2. Moet Johan dit bedrag bij zijn inkomen uit werk optellen of aftrekken?
  3. Waar of niet waar?
    Mensen die in een huurwoning wonen hebben geen eigenwoningforfait

58. Heeft de eigen woning een nivellerende of een denivellerende werking?