Dit deel bestaat uit 6 stappen. Werk ze één voor één door.
stap |
activiteit |
|
|
Stap 1 |
|
Spreken |
Je voert gesprekken over je woonplaats. |
Stap 2 |
|
Luisteren |
Sarah vertelt over haar woonplaats en haar huis. |
Stap 3 |
|
Woordjes 1 en woordjes 2 |
Oefen de woorden en zinnen over 'Wohnen'. |
Stap 4 |
|
Spreken |
Je vertelt over je woonplaats en je huis. |
Stap 5 |
|
Grammatica |
Je leert wanneer woordjes mannelijk, vrouwelijk of onzijdig zijn. |
Stap 6 |
|
Lezen |
Je leest een griezelverhaal. |