Luister naar Katrin.
Zij vertelt waar haar familie woont.
Je mag natuurlijk zo vaak luisteren als je wilt.
Doe vervolgens de oefening (sleep de woorden rechts naar de juiste plek, op de lijntjes aan de linkerkant).
Luister ook naar Martin.
Hij vertelt iets over zijn woonplaatsen.
Lees hieronder eerst de woonplaatsen goed door.
Doe daarna de oefening.