WIE?
Deze stage-opdrachten zijn geschreven voor MBO-studenten Melkveehouderij, maar ook hun stagebieders kunnen ermee aan de slag. En verder natuurlijk iedereen die interesse heeft in het nadenken over meer biodiversiteit op de boerderij.
WAT?
Dit is een leer-arrangement met 4 verschillende opdrachten, over biodiversiteit in de landbouw. Je kunt deze helemaal zelfstandig doen, bijvoorbeeld tijdens jouw MBO-stage op een melkveehouderijbedrijf. Je kunt dan overleggen met je docent/stagebegeleider welke opdracht(en) je gaat doen en in je portfolio voegt. Maar je kunt ze ook gewoon voor jezelf gaan maken als je interesse hebt in dit onderwerp.
WAAR?
Het bekijken van dit materiaal kan natuurlijk overal waar je een computer hebt staan. Maar... voor je inspiratie en het voeren van gesprekken over de onderwerpen is het handig dat je de opdrachtdocument die je wilt gaan maken, uitprint en meeneemt naar je stagebieder.
Als de opdracht klaar is bespreek je hem ook op je stagebedrijf. En met je stagebegeleider van school.
WAAROM?
De media staan er vaak vol mee. Hoe de wijze van boeren invloed heeft op natuur en landschap. En ook op de vruchtbaarheid van de bodem. Kranten staan vol met artikelen over mest en milieu, teruggang in aantallen van weidevogels, bijen en insecten. Klanten van de supermarkten hebben een mening over voedselkwaliteit en dierenwelzijn. Natuur-inclusieve landbouw is een nieuwe kreet die je veel hoort. Maar... over wat voor soort dingen heb je het dan in de praktijk? Zoveel boeren, zoveel bedrijfsvoeringen, zoveel meningen. Wat vindt jouw stagebieder? Welke keuzes maakt hij op zijn bedrijf? En wat vind jij?
De opdrachten kunnen je helpen om (tijdens je stage) gesprekken op gang te brengen over melkveehouderij en biodiversiteit. Zulke gesprekken, met je stagebieder of met anderen, kunnen jou helpen bij het vormen van je eigen mening.
TIP: Gebruik dit onderwerp eens voor een gesprek tijdens de koffie...
HOE?
Je print de opdrachten en maakt ze voor bij je stage-verslag. Maar... dat maken kun je niet alleen, want je moet wel met je stagebieder in gesprek over de antwoorden, omdat die per bedrijf verschillend zijn. Heel veel van wat je leert bij je stage, dat leer je in gesprekken over het bedrijf. Waarom doet die boer het zo? En waarom doet een collega het weer anders? Wat past bij welke bedrijfssituatie? Wat past bij welke boer? Wat past bij jou?