Wat is de passé composé?

Om te vertellen wat er gebeurd is, gebruik je in het Frans de passé composé. De passé composé is de voltooid tegenwoordige tijd.

 

Voorbeeld met parler:

j'ai parlé - ik heb gesproken

tu as parlé - jij hebt gesproken

il a parlé - hij heeft gesproken

elle a parlé - zij heeft gesproken

on a parlé - men heeft gesproken

nous avons parlé - wij hebben gesproken

vous avez parlé - u heeft/ jullie hebben gesproken

ils ont parlé - zij hebben gesproken (mannen of mannen en vrouwen)

elles ont parlé - zij hebben gesproken (vrouwen)