In de samenleving is niet iedereen hetzelfde. Jongeren hebben andere gewoontes en voorkeuren dan ouderen. Denk maar aan kleding of aan taalgebruik. Hoe vaak hebben je ouders of opa en oma niet gezegd “vroeger, toen waren we….”. Ook zullen ze vast wel eens tegen je gezegd hebben dat in hun tijd iets helemaal niet mocht. Uiterlijk en gewoontes veranderen dus. Dat is gewoon.
Op school heb je verschillende jongeren. Door hun kleding, haardracht, muziekvoorkeur en door hun manieren willen ze laten zien dat ze bij een groep horen. Of ze willen laten zien dat “al die anderen” juist niet bij hen horen. Mensen willen graag bij een groep horen.
Al eeuwenlang zijn er in Nederland mensen die uit andere landen komen. Die mensen kwamen hier voor een deel omdat ze moesten vluchten uit hun eigen land, voor een deel omdat ze hier wilden werken, maar er zijn nog veel meer redenen. Mensen in een land kunnen dus overal vandaan komen.
Tussen al die mensen vind je er geen een met dezelfde vingerafdrukken. Mensen zijn allemaal anders. Dat vindt iedereen prettig, want daardoor ben je en eigen persoon. Dat noemen we individualisme.
Het kan dus niet anders dan dat je met mensen moet omgaan die anders zijn. Dat ben je gewend.