Inspiratie

"This is me" : recht van ieder kind om te spelen! https://www.youtube.com/watch?v=5tjRPWPhIfA

Live muziek van het gelders orkest bij de natuurfilm Frozen planet

Voorlees verhaal, kerst, met klassieke muziek

theater, 400 jaar shakespeare

Van melodie muziek maken die een bepaald gevoel weerspiegeld

Kunstwerken in patiserie/banket gebak

De kracht van verbeelding Ken Robison

Beeldbeschouwing van Jeroen Bosch

Rijksmuseum

Beeldende animaties maken als Thomas Blanchard

Wat is een Art journal/kunst dagboek

Poezieweek DWDD Joost Prinsen

Gedicht dat je raakt

Het groente orkest!

Open Shot van 2d naar 3d

Praktijkideeën om uit te voeren rondom fysiek / stem 

FYSIEK

 

Je kunt zonder te spreken, non-verbaal een heel verhaal vertellen. Je bent dan wel afhankelijk van wat de ander denkt te zien, dat is natuurlijk niet altijd wat jij bedoelt.

Als je toneelspeelt ben je heel kwetsbaar, je moet jezelf helemaal laten zien. Respect voor iedereen op de vloer/het toneel! Lachen mag natuurlijk om iets grappigs in het verhaal of het spel, maar je lacht de ander niet uit! Jij moet daar straks ook staan.

 

 

STEM

 

Bij drama gebruik je je lichaam en stem om een verhaal te vertellen, een emotie uit te beelden of jezelf uit te drukken.

Welke vormen van theater kennen je?

  • Klucht/toneelstuk
  • Improvisatie theater
  • Musical
  • Danstheater
  • Poppenkast theater
  • Cabaret

Wat zijn de verschillende kenmerken van deze vormen? 

 

Verdere inspiratie en mogelijke werkvormen/opdrachten:

FYSIEK

  • Warming-up fotograaf
    Je gaat uitbeelden, zonder te spreken. De docent is de fotograaf en heeft een denkbeeldig camera. Iedereen loopt rond. Concentreer je op jezelf. Als de fotograaf een karakter noemt groepeer je je voor de fotograaf terwijl je het karakteruitbeeld.
    • Zwervers
    • Motormuizen
    • Feestbeesten
    • Olifanten
    • Kinderen
    • Voetballers
    • Fanatieke wandelaars
    • Apen
  • Hints
    • Schrijf op een briefje een woord dat uitgebeeld gaat worden (Niet te moeilijk! Niet te makkelijk!)
    • Schrijf op een briefje een zin die uitgebeeld gaat worden
    • Pot wordt van team gewisseld.
    • Beeld uit (zonder woorden) wat er op het kaartje staat.
    • De rest van de groep raad wat er uitgebeeld wordt.
  • Het moordspel
    We gaan het moordspel spelen wat ook bij de lama’s gespeeld wordt. Bekijk dit voorbeeld.
    • 3 mensen gaan op de gang
    • Persoon 4 blijft in de klas.
    • De overige klasgenoten gaan een: persoon, moordlocatie en een moordwapen kiezen. ( niet onbekende onderwerpen!)
      Bijv. : Patty Brard, in het zwembad met een lippenstift.
    • Persoon 4 gaat dit non-verbaal uitbeelden.
    • Persoon 4 haalt iemand van de gang. Hij gaat beginnen met het uitbeelden van de persoon: De persoon van de gang gaat zijn bewegingen herhalen.
    • Zijn alle 3 de onderwerpen geweest, roept persoon 3 een nieuw iemand van de gang en gaat ook weer uitbeelden.
    • De laatste persoon vertelt de : persoon, moordlocatie en het moordwapen.
    • Regels:
      • Speel met de ander mee (doe na).
      • Geef een hand als je het weet.
      • Niet raden tussendoor.
  • Diashow
    Er is één verteller die een verhaal verteld aan de hand van levende foto’s. Dit is de enige die praat, de rest van de groep beeld uit wat er volgens de verteller op de foto staat. Ook hier een voorbeeld van de lama’s. Doe deze opdracht in 3 tallen (1 verteller, 1 fotograaf, 1 bedient het licht).
    • Bedenk een verhaal met minstens 7 foto’s. Het mag overal overgaan.
    • Het verhaal wordt spontaan door andere groepen in stilstaand beeld gezet, door in een houding te gaan staan.
    • Verdeel de rollen:
      • De verteller verteld wat er op de foto’s staat. Hier zie je wat er toen gebeurde.. toen.. Tussen ieder verhaal wordt doormiddel van het woord “klik” aangegeven dat de fotogroep een nieuwe foto moet vormen.
      • Fotograaf: maakt van iedere uitgebeelde foto een echte foto
      • Licht: 1 persoon moet telkens het licht aan en uit doen tussen de foto’s zodat de fotogroep in een andere houding kan gaan staan.
      • De andere groepen zijn publiek of beelden het verhaal van de vertellende groep uit

STEM

  • Zinnen lezen
    Je krijgt een zin op een briefje met een nummer. Als je nummer genoemd wordt zeg je de jouw zin.
    • Zeg de zin gewoon zoals hij logisch klinkt.
    • Zeg de zin boos
    • Zeg de zin blij
    • Zeg de zin verdrietig
    • Zeg de zin alsof je de kerstman/koningin/dronken bent
  • Script lezen/declameren
    Iedereen krijgt dezelfde tekst. Dit is een script. Voor aan staat de rol die de zin zegt.
    • Ronde 1: Iedereen leest om de beurt een zin. Lees het zo als het logisch lijkt.
    • Ronde 2: Na iedere zin bedenken we welke emotie de zin volgens ons zou moeten hebben. Lees de zin nog een keer in de emotie
    • Ronde 3: overdrijven. Je gaat de emotie zoveel mogelijk overdrijven.
  • Toneelstuk
    Je krijgt een tekst. Dit kan in duo's (zie tekst), in een groepje van drie (zie tekst) & groepjes van 4 (zie tekst).
    • Deze tekst ga je met je groepje/duo eerst doorlezen/declameren, zoals we net klassikaal gedaan hebben.
    • Je bedenkt waar de tekst zich volgens jullie afspeelt. Je bouwt met materiaal en attributen een decor die deze plaats voorsteld.
    • Je verdeeld te rollen. En zoekt kleding uit voor je personage.
    • Je oefent het toneelstukje 1 keer zoals het logisch is.
    • Je bespreekt welke emoties jullie personages volgens jullie hebben. Je gaat dit overdreven spelen.
    • Je bent klaar om te presenteren. Je gaat je toneelstukje opvoeren voor de klas, je kijkt ook naar de andere groepjes. Onthoud: toneel hoort overdreven te zijn! Speel de emoties nog steeds te overdreven voor je gevoel.
  • Weerwolvenspel
    Speel het weerwolvenspel, en dan met extra (!) rollen. Bedenk samen rollen en verdeel deze. In de discussie ronde speel je mee vanuit jouw rol (denk aan stemgebruik, houding, woordkeuze, etc.).

 

Belang van spelen

 

Introductie filmpje: https://www.youtube.com/watch?v=GUTM8xnh7DM (Doen is de beste manier van denken)

Klassikaal nabespreken.

Opdracht: ‘Belang van spelen’

Lees deze vragen door en bespreek ze voor:

  1. Welke doelen van spel worden er in de film genoemd door de onderzoeker?
  2. Welke vormen van spel zie je in de film allemaal voorbij komen?
  3. Denk terug aan jouw speelsituatie toen je peuter/kleuter/jong schoolkind was.

Vragen:

a.       Wat deed jij het liefst met buiten spelen?

b.       Welke spelletjes speelde je binnen?

c.       Met wie had jij veel plezier tijdens het samen spelen?
        
(buurkinderen, klasgenoten, de buurt, broertjes of  zusjes)

d.       Welke liedjes zong je?

e.       Wat maakte jij graag? (knutselen, bouwen)

f.        Hoe ontdekte jij de wereld? (rollenspel, insecten vangen, "de kleine onderzoeker", vies worden/scouting)

g.       Wat was je favoriete speelgoed?

h.       Heb je een leuke foto waar je op staat terwijl je aan het spelen, zingen of knutselen bent? Plak hem in je
        
Art Journal

 

Kijk daarna: This is me, article 31 and a child’s right to play

Materiaalgebruik

Hoe creatief spelen kinderen met onbestemd materiaal?

Bekijk het volgende filmpje: https://www.youtube.com/watch?v=nqi1KyJJeKg (Scrapstore Playpods in Action)

Wat vind jij hiervan?