Een kwadratische vergelijking oplossen kan met de methode balansmethode.
Voorbeeld:
Los op: 2a2 - 12 = 20
Je gaat eerst alle “losse” getallen naar rechts plaatsen.
2a2 – 12 + 12= 20 + 12
2a2 = 32
Tussen de 2 en a staat eigenlijk een x.
Je wilt niet 2a2 weten, maar 1a2. ( de 1 mag je weglaten)
(2:2)a2 = 32:2
a2 = 16
Nu ga je van a2 naar a. Door het tegenovergestelde van kwadraat te doen, namelijk de wortel.
a = 4 of a = -4