Als werkbegeleider ga je met de student hierover het gesprek aan. Hulpvragen die jij de student kunt stellen zijn:
Wat wilde jij?
Wat voelde jij?
Wat dacht jij?
Wat deed jij?
Wat wilde de ander in de situatie?
Wat voelde de ander?
Wat dacht de ander?
Wat deed de ander?
De volgende tips kunnen je helpen de student te laten reflecteren:
Kies een concrete situatie en kijk terug op dat specifieke moment en de manier van handelen.
Reflecteer regelmatig (bij voorkeur op initiatief van de student). Plan tenminste één keer per zorg een reflectiemoment in, bij voorkeur op een vast moment.
Stel open vragen, wees oprecht geinteresseerd.
Stel oordelen over de student uit, kijk eerst wat er gebeurde voordat je hier een waarde aan geeft.
Reflecteer op een methodische manier, bijvoorbeeld door een lijstje met vragen te doorlopen of het reflectiemodel te gebruiken.
Reflecteer niet alleen op probleemsituaties maar ook op succeservaringen.