Les 4: Het gebit

Je gebit bevat tanden en kiezen. Deze heb je nodig om te kunnen kauwen. Kauwen is belangrijk om voedsel kleiner te kunnen maken, voordat je het doorslikt.

Er bestaan twee soorten tanden: snijtanden en hoektanden. Deze gebruik je om stukken van je voedsel af te bijten. Met kiezen maal je voedsel fijn, zodat het makkelijker door te slikken is.

Een tand of kies bestaat altijd uit een kroon en een wortel. De kroon zie je in de mond en met de wortel zit de tand of kies vast in de kaak.

Het grootste gedeelte van de tand of kies bestaat uit het tandbeen. Het tandbeen van de wortel is bedekt met cement en het tandbeen van de kroon is bedekt met glazuur. Binnen in het tandbeen zit de tandholte, hier lopen zenuwen en bloedvaten doorheen. Tot slot beschermt het tandvlees de rest van de kaak.

 

Bekijk nu het informatiefilmpje

Opbouw van tanden en kiezen https://schooltv.nl/item/tanden-en-kiezen-de-functie-en-bouw-van-tanden-en-kiezen/#q=tanden%20poetsen

 

Tandplak

Tandplak is een dun laagje van eten en bacteriën, dat elke dag opnieuw op je tanden en kiezen komt. Door tandplak kan je gaatjes en tandvleesontsteking krijgen. Het is daarom belangrijk dat je twee keer per dag je tanden poetst.

Het ontstaan van gaatjes.

Om te testen of je goed genoeg poetst zijn er plakverklikker pilletjes. Deze doe je na het poetsen in je mond en bijt hem kapot. Je spoelt goed en kijkt in de spiegel waar er nog rode of paarse vlekjes zitten op je tanden. Hierdoor weet je dat je op deze plekjes nog niet goed genoeg poetst!

 

Plakverklikkers

Tandplak dat langere tijd niet wordt weggepoetst kan verkalken, hierdoor ontstaat tandsteen. Dit moet je door de tandarts of mondhygiënist laten verwijderen.

 

Maak nu de opdrachten op het werkblad.

Werkblad les 4

 

Tot slot les 4. Wat moet ik onthouden?