Les 6: Energie

Je lichaam gebruikt een groot deel van je voedsel als brandstof. Brandstof wordt dan omgezet in een andere vorm van energie, zoals bijvoorbeeld beweging. Net als dat de grootheid afstand in meter (m) wordt uitgedrukt, wordt de grootheid energie uitgedrukt in joule (J). Achterop de verpakking van voedsel zie je vaak kJ staan, dit betekent dan 1000 joule. Een andere eenheid van energie is de calorie. Een calorie is hetzelfde als 4,2 joule.

 

De hoeveelheid energie die een mens nodig heeft per dag, hangt af van het geslacht, de lichaamsgrootte en hoeveel beweging je lichaam krijgt die dag. Zo hebben jongens meer energie nodig dan meisjes, moet een volwassene meer eten dan een kind en hebben kinderen die veel sporten, meer energie nodig dan kinderen die weinig sporten. Ook het soort werk dat je doet, is afhankelijk van hoeveel je beweegt. Iemand die de hele dag op kantoor zit, verbrandt minder dan een bouwvakker die de hele dag zwaar lichamelijk werk verricht.

 

Je moet veel bewegen om calorieën te verbranden.

 

Maak nu de opdrachten op het werkblad.

Werkblad les 6

 

Tot slot les 6. Wat moet ik onthouden?