Kijk de opdrachten met elkaar na.
Hebben jullie dezelfde antwoorden?
Hebben jullie ook de extra opgaven gemaakt?
Dit zijn de antwoorden:
EO1
a) Waar.
b) Niet waar.
c) Niet waar.
EO2
a) armen hadden kleine arbeidershuisjes. Rijken hadden grote woningen. De rijken hadden bedienden. De rijken hadden gevarieerd eten.
b) Als ze in opstand kwamen liepen ze de kans om ontslagen te worden.
c) De vakbonden.
d) De overheid / regering.
e) kinderen mogen niet meer in de fabrieken werken en moeten naar school. Arbeiders mogen niet langer dan 8 uur per dag werken en er worden afspraken gemaakt hoeveel ze verdienen.