instructie

week 5: lezen oefenen met behulp van de woordjes van 4A en 4B; in de gemaakte tweetallen zelfstandig nakijken vertaling van 4A en 4B en leren van fouten. Zelfstandige naamwoorden van les 4A en 4B invullen in grammaticaschema zoals op blz. 33 van lesboek.

week 6: na overhoring woordjes les 3A,B,C samen vertalen tekst 4C en bespreken grammatica les 4B

week 7: leestesten Nogmaals korte grammatica-uitleg les 4B. In tweetallen maken taaloefeningen blz. 36, 39 en 40.

week 8: grammaticatest blz. 33 lesboek en woordjes les 4A en B

week 10: oefentest vertalen.