Lies dir die verschiedenen Situationen gut durch.
Lees de verschillende situaties goed door.
Suche für jede Situation einen anderen Partner.
Zoek voor elke situatie een andere gesprekspartner.
Spielt das Gespräch spontan (ohne Vorbereitung).
Voer het gesprek spontaan (zonder voorbereiding).
Lasst euren Lehrer die Gespräche beurteilen oder hört euch einige Gespräche in der Klasse an.
Laat de gesprekken aan je docent horen of luister in de klas naar een aantal gesprekken.
Je bent op een camping in Duitsland. In de wasruimte op de camping groet iedereen elkaar
's morgens. Het is natuurlijk een beetje onbeleefd om niets terug te zeggen als iemand je groet. Reageer op een gepaste manier.
De volgende dag kom je bij het winkeltje van de camping iemand van de karaoke-avond tegen. Zij/hij vraagt hoe het met je gaat en jij geeft antwoord en vraagt hetzelfde aan haar/hem.
Voer het gesprek.
Wie bist du mit deiner Leistung zufrieden?
Hoe tevreden ben je met je prestatie?