Gegevens invoeren

We gaan nu kijken hoe je in Excel gegevens kunt invoeren. Dubbelklik op B2 en typ Inkomsten. Ga nu naar cel C2 door daar op te dubbelklikken of als je nog in B2 staat door op de pijltjestoets naar rechts te drukken. Typ in deze cel Uitgaven.

Je ziet dat de laatste letter van Inkomsten is weggevallen, je kunt dit oplossen door kolom B breder te maken. Dubbelklik op de lijn tussen B en C. Met deze methode kan je de kolom breed genoeg maken voor het langste woord wat ergens in de kolom staat.

Ga nu naar cel A3 en typ maandag.

Je kunt nu in de cellen daaronder de andere dagen van de week aanvullen, maar er bestaat een snellere manier. Selecteer cel A3 en je ziet in de hoek rechtsonder de cel een klein vierkantje, pak dat vierkantje beet met de muis en sleep nu naar beneden. Je ziet dat de cellen nu automatisch gevuld worden met de rest van de week. Pas ook de breedte van kolom A aan. Laten we nu de kolommen met inkomsten en uitgaven gaan vullen met bedragen. Kijk op de plaatje hieronder welke getallen je kunt gaan invullen.