Begrippenkaart
Je hebt in deze en in de vorige opdracht gezien dat rivieren allerlei kenmerken hebben, kenmerken die je kunt meten en die van belang zijn. Denk aan risico’s als overstromingen of denk aan de bevaarbaarheid.
Zet deze kennis op de kaart. Niet door een landkaart te tekenen of in te kleuren, maar door verbanden te leggen tussen begrippen die je hebt geleerd.. Die verbanden kunnen zijn: oorzaak en gevolg, herkomst, overeenkomst, enzovoort. Werk samen met een klasgenoot. Maak gebruik van de volgende begrippen:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Open een leeg Worddocument. Typ centraal op het vel papier het begrip rivier. Plaats de andere begrippen er in tekstvakken omheen en trek lijnen tussen de begrippen die op de een of andere manier verband met elkaar houden.Vermeld bij elke lijn het soort verband dat er volgens jou bij hoort. Bijvoorbeeld: Tussen A en B trek je een lijn omdat A en B een overeenkomst met elkaar hebben of omdat B de oorzaak is van A.
Verwerk zoveel mogelijk van je kennis in de begrippenkaart. Laat zien wat je weet!
Je mag dit natuurlijk ook op papier doen, in een tekenprogramma of in PowerPoint op je computer.
Voorbeeld Begrippenkaart
Beoordeling
Laat het eindproduct beoordeling door je docent. Bij de beoordeling let jullie docent op: