Leerdoelen
Hoe meet je hoeveel water er door een rivier stroomt en waarom verandert dat voortdurend? Hoe meet je hoogteverschillen in een rivier? Wat is het belang van dergelijke kennis? Daarover gaat deze opdracht.
Aan het eind van deze opdracht kun je:
Eindproduct
Het eindproduct van deze opdracht is een begrippenkaart met twintig begrippen die je in deze opdracht tegenkomt. Je maakt de begrippenkaart samen met een klasgenoot. Een begrippenkaart is een visuele voorstelling van een onderwerp en de begrippen die met dat onderwerp te maken hebben. Dat doe je door die begrippen op een vel papier te tekenen en lijnen tussen de begrippen te trekken. Met elke lijn geef je een verband weer tussen twee begrippen (oorzaak, komt voort uit, overeenkomst met, etc.).
In het eindproduct laat je zien dat je de leerdoelen hebt behaald.
Beoordeling
De begrippenkaart laten jullie beoordelen door jullie docent.
Bij de beoordeling let jullie docent op:
Activiteiten
Stap | Groepsgrootte | Activiteit |
Stap 1 | Alleen | Bekijk de uitleg over debiet en regiem. Beantwoord de vragen. |
Stap 2 | Alleen | Bekiijk een filmpje over verval en verhang. Beantwoord de vragen. |
Stap 3 | Alleen | Bekijk de uitleg over NAP en beantwoord de vraag. Onderzoek hoeveel meter de plek waar jij woont boven of onder NAP ligt. |
Stap 4 | Alleen | Maak de toets. |
Stap 5 | Met een klasgenoot | Eindproduct: maak een begrippenkaart met twintig begrippen die je in de opdrachten over rivieren hebt geleerd. |
Benodigdheden
-
Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig.