Stap 4

Opdracht: de grenzen en identiteit van je eigen omgeving

1. Bij het maken van de brochure heb je de keuze al gemaakt voor een bepaald gebied: je wijk, je dorp of je stad.
In deze module heb je al veel geleerd over grenzen. Hier ga je de grenzen van je eigen gebied beschrijven.
Schrijf een kort verslagje van 200-300 woorden over wat voor soorten grenzen je wijk heeft:
- Zijn het natuurlijke grenzen?
- Hard of zacht?
- En zijn ze altijd al zo geweest of zijn ze veranderd?

2. Je eigen omgeving heeft ook een regionale identiteit. Wat is die identiteit?
Schrijf een kort verslagje van 200-300 woorden en betrek daarin belasngrijke kenmerken als:
- binding met het territorium 
- gewoontes en kenmerken
- gemeenschappelijke geschiedenis 
- gemeenschappelijke taal/dialect 
- gemeenschappelijke religie.

3. Je bent in je onderzoek in module 14 al op onderzoek uit geweest naar het welzijn van de bewoners.
Bestudeer de gegevens opnieuw en probeer vast te stellen of je daar ook conclusies uit kunt trekken over de:
- leefbaarheid
- sociale samenhang
- veiligheid 
Als je informatie mist, zoek je die op. Daarvoor kun je terug naar stap 2, waarin uitgebreid beschreven staat hoe je die informatie kunt vinden.

4. De mogelijke problemen die jij in je eigen wijk of dorp signaleert, zullen meer mensen gesignaleerd hebben.
Misschien voert de gemeente al wel verbeteringen uit aan de wijk? Wellicht zijn er lokale initiatieven van bewoners? Wat doen woningcorporaties in de wijk?
Maak een overzicht van wat er in jouw wijk/buurt/dorp al gebeurt aan verbeteringen. Deze informatie zoek je bij (websites van) de gemeente, woningcorporaties, buurtvereningen of sportverenigingen.
- maak een puntsgewijs overzicht
- geef kort (maximaal een paar zinnen) per punt aan wat en hoe ze het willen verbeteren
- geef per bij elk punt een beoordeling. Waarom zou het goed of niet goed werken volgens jou?
- verzin zelf ook minimaal twee initiatieven, leg uit waarom je voor die oplossingen kiest.