Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
De vraag die in de introductie werd gesteld, kwam ook weer terug in stap 4. Had je twee keer hetzelfde antwoord of kon je hem later beter verwoorden?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Weet je hoe de eerste steden ontstaan zijn?
Hoe ging het?
Tijd
Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
Klopt dat? Welke stap koste de meeste tijd?
Inhoud
Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je het meeste al?
Van welke landen wist je nog niet dat ze lid waren van de EU?
Eindopdracht
Als je hebt gekozen voor de toets: Waren de vragen moeilijk? Lukte het om alles te beantwoorden of moest
je soms nog in de kennisbank kijken?
Als je hebt gekozen voor de rondreis?: Hadden jullie duidelijke afspraken over de grenzen en is het gelukt om alle landen te bezoeken met de munten die je had?
De Europese Unie begon ooit als EEG met 6 leden.
Nu heeft de EU meer dan 25 leden.
Niet alle Europese landen zijn lid van de EU.
Wat vind jij?
Moet er nog meer landen lid worden van de EU, of juist niet?
Aan het eind van deze opdracht kun je:
een reden noemen waarom landen na de Tweede Wereldoorlog gingen samenwerken.
de betekenis uitleggen van de afkortingen EGKS, EEG, EG en EU.
aangeven in welke volgorde de EGKS, EEG, EG en EU zijn opgericht.
minimaal tien landen noemen die lid zijn van de EU.
minimaal twee Europese landen noemen die geen lid zijn van de EU.
omschrijven wat wordt bedoeld met 'binnen de EU is er vrij verkeer van producten'.
omschrijven wat wordt bedoeld met 'binnen de EU is er vrij verkeer van personen'.
uitleggen waarom de EU bij sommige mensen weerstand oproept.