Stap 1: Christendom

De Romeinse cultuur verspreidde zich over grote delen van Europa.
Het christelijke geloof verspreidde zich daardoor ook.
Dat gebeurde nadat de god van de christenen de oorspronkelijke Romeinse goden had verdrongen.

Onderworpen Keltische en Germaanse stammen kwamen via de Romeinen in contact met het nieuwe geloof. Toen het West-Romeinse Rijk ineenstortte, ging de verspreiding van het christendom gewoon door.
Koning Clovis was de eerste christelijke Frankische koning die daarvoor de basis legde.

Bestudeer uit de Kennisbank geschiedenis het volgende onderdeel:

KB: Christendom onder de Romeinen

Vragen:

  1. Welke Romeinse keizer was de eerste keizer die de christenen steunde?
    1. Constantijn
    2. Trajanus
  2. Hoe steunde Constantijn het christendom?
    1. Hij maakte een einde aan de christenvervolgingen en liet kerken bouwen.
    2. Hij zorgde ervoor dat het christendom de staatsgodsdienst werd en hij richtte kloosters op.
  3. Welke Romeinse keizer riep het christendom uit tot staatsgodsdienst?
    1. Theodosius
    2. Trajanus
  4. Waarom maakt deze Romeinse keizer het christendom tot staatsgodsdienst?
    1. Hij had een hekel aan heidenen (mensen die in meerdere goden geloven).
    2. Iedereen moest verplicht dezelfde godsdienst hebben. Dat versterkte de eenheid in zijn rijk.
  5. Van welke Germaanse stam was Clovis koning?
    1. Friezen
    2. Franken
  6. Welke belangrijke gebeurtenis vond in het jaar 800 plaats?
    1. Karel de Grote veroverde Engeland.
    2. Karel de Grote werd door de paus tot keizer gekroond.
  7. Waarom kroonde de paus Karel de Grote tot keizer?
    1. De paus bedankte Karel de Grote, want die had hem in Rome beschermd tegen vijanden.
    2. Karel de Grote wilde de paus in Rome aanvallen.
  8. Wat heeft de kroning tot keizer van Karel de Grote te maken met de verspreiding van het christendom?
    1. Door de kroning van Karel de Grote sloten de paus en de keizer een bondgenootschap.
    2. Door de kroning trok Karel de Grote ten strijde tegen legers in Spanje.
  9. Wat zijn missionarissen?
    1. Mensen die eropuit gestuurd werden om heidenen te bekeren.
    2. Mensen die belasting inden voor Karel de Grote.
  10. Hoe heet de belasting die Karel de Grote invoerde?
    1. Procent
    2. Tienden
  11. Wat voor soort belasting was het die Karel de Grote invoerde?
    1. Boeren moesten een tiende deel van hun oogst afstaan.
    2. Monniken moesten een tiende deel van de giften die ze kregen afstaan.