Begrippenlijst

Arm en rijk

Bekijk het onderstaande filmfragment:


Eindproduct
Ter afsluiting van deze opdracht maak je samen met een klasgenoot een eindproduct over de kloof tussen arm en rijk in China. In het eindproduct laat je ook zien wat de gevolgen zouden kunnen zijn van de groeiende ongelijkheid.

Jullie mogen zelf bedenken wat voor soort eindproduct jullie maken.
Kijk voor ideeën in de gereedschapskist van StudioVO

Klaar?
Laat je eindproduct beoordelen door je docent.
Ontwikkelingsland
Een land waar de levensomstandigheden voor een groot deel van de bevolking slecht zijn: veel mensen kunnen slecht in hun behoeften voorzien.
Centrum-periferie
De centrumlanden zijn de rijke landen in de wereld. De periferielanden zijn de arme landen.
 
Kolonie
Overzeese gebieden die onder invloed stonden van Europese landen.
 
Armoedegrens
Hoe rijk iemand is, gemeten naar in hoeverre iemand in zijn of haar behoefte kan voorzien.
Welvaart
In hoeverre mensen aan hun behoeften kunnen voldoen. Dit bepaalt ook de mate van tevredenheid over het leven.
 
Welzijn
Het verhuizen van het ene naar het andere gebied binnen een land (binnenlandse migratie) of van het ene naar het andere land (buitenlandse migratie).
Informele economie
Mensen die in de informele sector werken, werken zonder dat de overheid er iets vanaf weet en zonder belasting te betalen.
BNP per inwoner
Het Bruto Nationaal Product per inwoner staat voor het gemiddelde inkomen van een inwoner van een land.
Levensverwachting
Het gemiddeld aantal te verwachten levensjaren van een persoon bij de geboorte.
Analfabetisme
Het niet kunnen lezen en schrijven.
 
Ondervoeding
Wanneer een persoon te weinig voedsel of kwalitatief slechte voeding krijgt.
 
Honger
Kwantitatieve honger: een persoon krijgt te weinig voedsel. Kwalitatieve honger: een persoon krijgt voedsel met onvoldoende voedingsstoffen.
Gezondheidszorg
Alle organisaties en instellingen die met gezondheid bezig zijn.


 
Verstedelijking
Het in omvang toenemen van steden in een gebied. Ook wel urbanisatie genoemd. Wanneer we de verstedelijking uitdrukken in het aandeel van de bevolking dat in een stedelijk gebied woont, heet dit de urbanisatiegraad.
Verstedelijkingstempo
De snelheid waarmee het relatieve aantal inwoners in de steden in een gebied (urbanisatiegraad) groeit.
Ruilvoet
Hoe de import en de export in een land zich met elkaar verhouden.
 
Sloppenwijken
Een sloppenwijk is een wijk waar mensen wonen die door geldgebrek of woningnood geen betere woning kunnen krijgen. De woningen zijn vaak opgebouwd uit bouwafval en andere restmaterialen.
Monocultuur
Dit betekent dat op hetzelfde stuk grond altijd hetzelfde gewas (plantensoort) verbouwd wordt. Er vindt geen vruchtwisseling plaats.