Snelheid, afstand en tijd

Inleiding snelheid, afstand en tijd .....................................................................................................................
Dit zijn belangrijke begrippen in de natuurkunde, maar ook in je dagelijks leven heb je er veel mee te maken.

Je gaat op de fiets, de bus, de auto of met de trein naar school.
Hoe ver woon je van school (afstand), hoe lang doe je er over om naar school te gaan (tijd) en hoe snel ga je dan met de fiets, de bus of de trein (snelheid)?

In dit onderdeel:

 

 

 

 

Eenheden van tijd

Veel gebruikte eenheden van tijd zijn uur, minuut en seconde.

Als het gaat over langere periodes, dan kom je ook eenheden tegen als etmaal, dag, week, maand, kwartaal, jaar, etc.

Hieronder zie je het verband tussen een flink aantal van deze tijdseenheden:

1 uur = 60 minuten

1 minuut = 60 seconden

1 uur = 60 × 60 = 3600 seconden

1 dag = 24 uur

1 dag = 24 × 3600 s = 86400 seconden

1 week = 7 dagen

1 kwartaal = 13 weken

1 kwartaal = 3 maanden

1 jaar = 4 kwartalen

1 jaar ≈ 52 weken

1 jaar = 365 dagen
(maar: in een schrikkeljaar zitten 366 dagen!)

Leer dit uit je hoofd! (voor zover je het nog niet weet...)

 

 

Vooral bij het omrekenen van tijdseenheden loop je nogal eens tegen het probleem aan dat er kommagetallen voorkomen die je moet omrekenen of dat er kommagetallen nodig zijn om verder te kunnen rekenen.

In de voorbeelden hierna kun je zien hoe je dat moet aanpakken.

 

Tijd - voorbeeld 1

Een rit met de trein duurt 3 uur en 50 minuten.

In die tijd is een afstand afgelegd van 450 km.

Wat was de gemiddelde snelheid van de trein in km/u?

 

3 uur 50 min = 3 + uur ≈ 3,833... uur

De gemiddelde snelheid van de trein was dan:

  450 km : 3, 833... uur  = 117, 391... ≈ 117,4 km/u

 

  [ 3 uur 50 minuten is dus niet gelijk aan 3,50 uur !!]

Tijd - voorbeeld 2

Je fietst met een gemiddelde snelheid van 15 km/u een
afstand van 35 km.
Hoe lang doe je daarover?
Geef je antwoord in uren en (hele) minuten.

De benodigde tijd bereken je nu door de afstand te delen door je gemiddelde snelheid:

35 km : 15 km/u = 2,333... uur.

Dat zijn in ieder geval 2 hele uren en nog 0,333... uur.

Reken nu de 0,333... uur om naar minuten:

0,333... × 60 minuten = 20 minuten !

Je deed dus 2 uur en 20 minuten over de afstand van 35 km.

 

 

Snelheid

Bij snelheden rekenen we in de praktijk meestal met kilometers per uur.
Dit korten we af met
km/u of  km/h

Daarnaast wordt er ook gewerkt met meters per seconde, afgekort met m/s

 

Soms is het handig of noodzakelijk dat je de ene eenheid omrekent naar de andere.
Daarbij maak je gebruik van de volgende regels:

  • van km/u naar m/s gebruik je: snelheid in km/u  : 3,6  = snelheid in m/s
  • van m/s naar km/u gebruik jesnelheid in m/s   × 3,6  = snelheid in km/u

 

Leer dit uit je hoofd!

 

Snelheid - voorbeeld 1

Een auto rijdt met een sneheid van 100 km/u.

Wat is de snelheid van deze auto in m/s?

 

100 : 3,6 = 27,77..

 

De snelheid is 27,8 m/s

Snelheid - voorbeeld 2

Een jachtluipaard kan tijdens zijn sprint een snelheid bereiken van wel 27 m/s!

Hoeveel km/u is dat?

27 × 3,6 = 97,2 km/u