dit is een voorbeeld van kenmerkend aspect 38: het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en fascisme/nationaalsocialisme, en 41: racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op de joden.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden door hoge nazileiders allerlei plannen gemaakt om een eind te maken aan het "jodenvraagstuk". De joden werden door het nationaalsocialisme beschouwd als de oorzaak van alle kwaad, maar vooral van de verzwakking van het arische ras. Zij moesten verdwijnen uit het nieuwe Europa van het Derde Rijk, maar hoe? Daarvoor werden verschillende plannen opgesteld en ook uitgevoerd.
Allereerst werd het leven de joden zo onmogelijk gemaakt dat ze zouden emigreren. Door de Neurenberger wetten werden ze tot tweederangs inwoners verklaard die zich niet meer mochten vermengen met arische burgers. Deze discriminatie en uitsluiting werd ook doorgevoerd in de veroverde gebieden. In veel grote steden werden getto’s ingericht: jodenwijken die bedoeld waren om het joodse deel van de bevolking te isoleren en als het ware in een groot strafkamp te plaatsen. Het meest beruchte getto bevond zich in Warschau.
Vervolgens werden plannen gemaakt om de joodse inwoners van het Duitse rijk te deporteren: weg te voeren naar het verafgelegen eiland Madagaskar bij Afrika. Dit zogenaamde Madagaskarplan werd pas goed mogelijk toen Frankrijk was veroverd. Maar het was onmogelijk om het uit te voeren: niet de Duitsers, maar de Britten waren nog steeds de baas op de wereldzeeën.
Zo kwam de meest rigoureuze optie dichterbij - het systematisch doden van de joodse bevolking. In 1941 werd hiermee een begin gemaakt tijdens de inval in de Sovjet-Unie. Speciale 'Einsatzgruppen' van de SS trokken door Oost-Europa om massa-executies in dorpen en steden uit te voeren. Joodse inwoners werden gedwongen massagraven te graven waarna zij werden doodgeschoten en begraven. Intussen werden speciale concentratiekampen gebouwd om de joodse bevolking te kunnen wegvoeren en zich dood te laten werken als slaven. In deze kampen werd ook geëxperimenteerd met het massaal doden van gevangenen door uitlaatgassen en het doden van mensen met een nekschotmachine. Eind 1941 werden in Auschwitz ook proeven gedaan met het massaal vergassen van mensen met behulp van een speciaal ontwikkeld gifgas: Zyklon B.
Het definitieve besluit om tot massale genocide (volkerenmoord) over te gaan met behulp van vergassing, werd bekrachtigd tijdens een conferentie van hoge nazi-officieren en ambtenaren in een grote villa aan de Wannsee, dichtbij Berlijn. Deze conferentie vond plaats op 20 januari 1942. Vijftien nazi-kopstukken namen eraan deel. De belangrijkste van hen was Reinhard Heydrich, leider van de Sicherheitsdienst, die als bijnaam had "de slager van Praag". Hij was de sterkste voorstander van uitroeiing met behulp van gifgas.
Tijdens de Wannsee-conferentie werden ook andere opties besproken, zoals massale sterilisatie. Ook waren enkele deelnemers bezorgd over de veiligheid van de SS-soldaten die de moorden moesten uitvoeren. Uiteindelijk besloot men tot massale vergassing in de concentratiekampen over te gaan, met sterilisatie als mogelijkheid voor joden van gemengd bloed.
Na de conferentie werd het besluit uitgevoerd. Al in november 1941 waren er uitgewerkte plannen klaar voor een speciaal concentratiekamp met een gaskamer in Auschwitz. Deze plannen werden nu ook daadwerkelijk uitgevoerd.
De besluiten van de Wannsee-conferentie werden strikt geheim gehouden. Ook tijdens de conferentie werd er niet duidelijk over vernietiging gesproken, maar over 'evacuatie'. De plannen tot vergassing werden aangeduid als de Endlosung: de eindoplossing van het 'jodenvraagstuk'. Pas na de Tweede Wereldoorlog werd er een exemplaar van de geheime notulen teruggevonden.
Bij de uitvoering van de besluiten van de Wannsee-conferentie werd duidelijk dat Hitler niet fantaseerde toen hij al voor de oorlog dreigde met de vernietiging van het joodse ras in Europa, mocht het tot een oorlog komen. De besluiten van de Wannseeconferentie, die nog geen twee uur duurde, leidden uiteindelijk tot één van de grootste en gruwelijkste georganiseerde volkerenmoorden die de wereld ooit heeft gezien: de Holocaust. Naar schatting vijf tot zes miljoen mannen, vrouwen en kinderen werden systematisch weggevoerd en gedood, enkel en alleen omdat ze van joodse afkomst waren. Het selecteren, vastzetten, wegvoeren en doden van deze enorme aantallen mensen eiste een ongelooflijk grootschalige organisatie die doorging tot aan het einde van de oorlog, ook toen allang vaststond dat Hitler de oorlog zou verliezen.
De Villa Marlier waar de conferentie plaatsvond, is tegenwoordig een museum en gedenkplaats: een plek om stil te staan bij de gevolgen van racisme en discriminatie door een totalitaire staat met een onmenselijke ideologie waarin het 'recht van de sterkste' overwint.