dit is een voorbeeld bij kenmerkend aspect 38: Het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en fascisme/nationaalsocialisme.
Oktober 1918: de Eerste Wereldoorlog verloopt zeer slecht voor Duitsland. De troepen zijn uitgeput en door de geallieerde blokkade zijn er grote voedseltekorten in de grote steden. De legerleiding ziet geen mogelijkheden meer voor een doorbraak, nu ook de verse troepen van de VS meevechten aan de kant van de geallieerden. Er ontstaat onvrede onder de bevolking. Linkse tegenstanders van de oorlog en de Weimarrepubliek zien kansen op een revolutie naar voorbeeld van Rusland, een jaar eerder. Als er niet snel een wapenstilstand komt, dreigt burgeroorlog. Onder druk van de omstandigheden wordt een nieuwe regering gevormd die de VS vraagt om een wapenstilstand. Maar president Wilson wil alleen onderhandelen met een democratische regering zonder keizer.
Intussen gaat de oorlog door. De marine besluit eigenmachtig om een laatste wanhoopsaanval te doen vanuit de marinehaven Kiel om de geallieerde blokkade te doorbreken. Deze aanval maakt geen schijn van kans en is alleen bedoeld om de marine 'eervol te doen ondergaan'. Als de mariniers hier lucht van krijgen, komt een deel van hen in opstand. Zij hebben geen zin om te sterven voor de eer van de aristocratische elite. De opstandelingen kiezen arbeiders- en soldatenraden om hen te vertegenwoordigen en de opstand verder te organiseren. De muiterij breidt zich uit tot een Novemberrevolutie: in vele grote steden verspreid over het hele land komen opstandige bewegingen op gang. In Beieren wordt de regering zelfs omvergeworpen en op 9 november is ook de hoofdstad Berlijn in de greep van de revolutie. Het doel van de revolutie is om van Duitsland een radenrepubliek te maken, zoals de Sovjet-Unie.
De keizer is naar Spa in België gevlucht. De regerende politici doen hun uiterste best om hem tot aftreden te bewegen. Uiteindelijk vertrekt de keizer op 10 november als vluchteling en asielzoeker naar het neutrale Nederland, waar hij de rest van zijn leven zal doorbrengen in Doorn. Eindelijk is de weg vrij voor een wapenstilstand. Nu eist de leider van de grootste regeringspartij, de SPD die de oorlog altijd had gesteund, de leiding van de regering voor zich op. Maar er dreigt nog steeds een revolutie. Linkse socialisten en communisten staan klaar om de republiek uit te roepen. De SPD-er Scheidemann besluit hen voor te zijn. Staand op het balkon van de Rijksdag roept hij de republiek uit en steekt daarmee de revolutionairen de loef af. SPD-voorman Ebert wordt rijkskanselier. Hij maakt een afspraak met de legerleiding: als Ebert de orde herstelt en een communistische revolutie tegenhoudt, zal het leger de regering hierbij steunen.
In december hebben de links-radicale socialisten en communisten zich verenigd in de Spartakusbond (genoemd naar de leider van een slavenopstand ten tijde van de oude Romeinen) en zij besluiten de revolutie uit te roepen. Twee bekende leiders van de Spartakusbond zijn de marxisten Rosa Luxemburg en Karl Liebknecht. Zij waren lid geweest van de sociaaldemocratische SPD, maar hadden zich steeds zich verzet tegen de steun van de SPD aan de oorlog. Inmiddels zijn zij de boegbeelden van de radicale socialisten die het opnemen tegen de nieuwe SPD-regering. In diezelfde maand richten leden van de Spartakusbond ook een officiële communistische partij op, de KPD, die zich aansluit bij de Komintern: het internationale verband van communistische partijen onder leiding van de revolutionaire regering van het voormalige Rusland.
Op aanstichten van de Spartakusbond breken algemene stakingen uit tegen de nieuwe SPD-regering van Ebert. Overal in Duitsland leggen arbeiders het werk neer. Ook in Berlijn komt het tot gevechten. De regering-Ebert is in gevaar en besluit nu het geheime pact met het leger in werking te zetten. De staat van beleg wordt uitgeroepen. Het leger zet ervaren soldaten met frontervaring in: het zogenaamde Freikorps. In Berlijn worden 156 burgers door het rechts-nationalistische Freikorps gedood. Maar de leiders Luxemburg en Liebknecht worden nog gezocht. Zij hebben zich verscholen in het huis van een vriend.
Op 11 januari is de opstand ten einde. Maar de zoektocht naar de leiders wordt voortgezet. Uiteindelijk worden Luxemburg en Liebknecht in hun schuilplaats gearresteerd. Ze worden naar hotel Eden vervoerd en langdurig verhoord en mishandeld door een aanvoerder van het Freikorps. Uiteindelijk krijgen Freikorpsleden op 15 januari 1919 opdracht de gevangenen mee te voeren en te doden. Tijdens het transport wordt Rosa Luxemburg doodgeschoten. Haar lichaam wordt in een kanaal geworpen en pas in mei gevonden. Liebknecht wordt gesommeerd de auto uit te stappen en daarna in de rug geschoten. Zijn lichaam wordt anoniem afgeleverd aan een mortuarium.
De regering is overeind gebleven, hoewel de onrust nog lang blijft. De grondwet van de nieuwe Republiek wordt dan ook niet in Berlijn maar in het kleine stadje Weimar opgesteld. De manier waarop de opstand was neergeslagen heeft wel een bom gelegd onder de verhoudingen tussen sociaal-democraten en communisten. Die kunnen hierna niet meer samenwerken, ook niet als de rechts-nationalisten zich later verenigen onder Hitler.
De revolutionaire toestand in Duitsland tijdens het einde van de Eerste Wereldoorlog laat zien op welke wijze communisten en (latere) nationaal-socialisten gebruik konden maken van chaos en dreigende burgeroorlog om de macht met geweld over te nemen. Het laat ook zien welke machten op de achtergrond een rol speelden in de politieke veranderingen: het leger, de vrijkorpsen van oud-soldaten en de gevestigde partijen die een revolutie wilden tegenhouden.