Voorbeeld 1

dit is een voorbeeld van kenmerkend aspect 33: de moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie, en 36: de opkomst van de politiek-maatschappelijke stroming van het nationalisme.

De Conferentie van Berlijn (1884-1885)

Bismarck, de regeringsleider van het nieuwe, sterke Duitse keizerrijk, riep in 1884 een conferentie bijeen van 15 Europese landen en de V.S. om Afrika te verdelen onder de Europese grootmachten. Hij speelde hiermee in op de ontevredenheid van Frankrijk en Groot-Brittannië over het bestaande machtsevenwicht. Maar ook kwam hij tegemoet aan de honger van deze landen naar goedkope grondstoffen en afzetmarkten voor hun groeiende indu-strieën. Bismarck zelf zag de verdeling van Afrika vooral als een middel om de aandacht van de twee grote rivalen van Duitsland af te leiden, ze tegen elkaar op te zetten en zo de positie van het Duitse rijk te verstevigen zonder gevaar voor conflicten op Europese bodem. Hij was eigenlijk een tegenstander van imperialisme en zag het streven naar kolonies hoogstens als een geschikte bliksemafleider voor de internationale politieke spanningen.

Tot dan toe was Afrika nog vrijwel onbekend gebied. Avontuurlijke ontdekkingsreizigers drongen door tot de diepe wildernissen rond de evenaar en brachten enthousiast verslag uit van de ongekende natuurlijke rijkdommen in deze gebieden, die beheerst werden door tra-ditionele bevolkingsstammen en waar nog maar weinig staten waren gevormd. Zo had de koning van België, Leopold, de ontdekkingsreizen van de Brit Stanley gesponsord in Centraal-Afrika. Eén van de uitkomsten van de Conferentie van Berlijn was dat Leopold de Congo kreeg toegewezen als kroonbezit, wat erop neerkwam dat hij dit gebied in privébezit kreeg om die naar eigen inzicht te exploiteren, onder de belofte dat hij de bevolking beschaving en christendom zou brengen.

De Conferentie werd het startsein voor de grootscheepse verdeling van het Afrikaanse continent onder de machtigste Europese staten. Zodra een kustgebied in handen was van een Europees land, kreeg dit het recht om het achterland in te nemen en zijn macht hier te vestigen. Binnen 20 jaar na de Conferentie van Berlijn was Afrika verdeeld en werd het geëxploiteerd door Europese bedrijven die uit waren op goud, koper, rubber, ivoor en cacao. De kolonisatie van Afrika werd vergemakkelijkt door de uitvinding van een geneesmiddel tegen de gevreesde tropenziekte malaria.

De goede bedoelingen die werden vastgelegd in de afspraken (de Algemene Akte) zeggen veel over hoe de Europese landen zichzelf zagen, namelijk als dragers van een superieure beschaving en van de enige ware godsdienst. Afgesproken werd immers dat de bevolkingen van de veroverde gebieden materieel geholpen moest worden, dat het christelijk geloof moest worden verbreid en dat de slavenhandel moest worden bestreden. Wat kwam daarvan terecht?

Spotprent over de inbezitname van Congo
door Koning Leopold van België

De Kongo-Vrijstaat werd door Leopolds rubbermaatschappijen met veel geweld uitgebuit, waarbij de bevolking zwaar te lijden kreeg onder bloedige strafmaatregelen van het koloniale leger tegen wie niet wilde meewerken aan het behalen van de opgelegde rubberquota. Miljoenen Congolezen kwamen om door geweld en uitputting. Duits-Zuidwest-Afrika (Namibië) kreeg te maken met een genadeloze massamoord (genocide) op de opstandige Herero- en Namastammen. Ook in andere Afrikaanse gebieden had de kolonisatie diepgaande en langdurige gevolgen. De verdeling van Afrika trok nieuwe grenzen die aanleiding gaven tot nieuwe conflicten, tussen de kolonisatoren - zoals Bismarck ook had gewild - maar ook tus-sen lokale bevolkingsgroepen.

De verdeling van Afrika kon alleen plaatsvinden doordat de Europese landen een enorme technologische voorsprong hadden dankzij de industriële revolutie. Dit gaf hen wapens in handen waartegenover de Afrikaanse stammenlegers niet waren opgewassen, en de medicijnen die tropische ziekten konden verslaan. Het was ook dezelfde industriële revolutie die de behoefte creëerde aan de grondstoffen en afzetmarkten die de Europeanen nodig dach-ten te hebben om hun industrieën gaande te houden. Maar de zucht om zich een machtspo-sitie te behouden of te verwerven in rivaliteit met andere landen is meer een typerende trek van het nationalisme dat alle Europese landen eind negentiende eeuw in zijn greep had. Deze nieuwe golf van kolonisaties van niet-Europese gebieden wordt het moderne imperialisme genoemd: het streven naar uitbreiding van economische macht door het stichten en behouden van een wereldrijk.

Ook Nederland deed mee aan het moderne imperialisme, met name door het invoeren van een nieuw beleid in Nederlands-Indië, ook gericht op het verbreiden van beschaving en christendom hand in hand met het veroveren en besturen van grote gebieden in de binnen-landen om die winstgevend te kunnen exploiteren.